Madagaskar 2024

Reisverhaal Madagaskar 2024 

 

Previous slide
Next slide

De dag van vertrek

21 juli

We zijn de hele afgelopen week al met paklijsten, tassen en koffers in de weer. Maar dan is het toch eindelijk zondag, de dag van vertrek.

Jeroen brengt ons met de bus naar Schiphol. Het past allemaal net met de extra stoel in de bus. Inchecken en de douane op Schiphol verlopen soepel en we kijken nog even in wat winkels en lopen daarna naar de gate. Alles verloopt nog steeds soepel en we zitten al snel op onze stoel in het vliegtuig. Maar dan blijkt dat we nog niet kunnen vertrekken omdat het Europese luchtverkeer te vol zit. Maar ff wachten dus. Uiteindelijk vertrekken we anderhalf uur later. Jeroen had, nadat hij ons had weggebracht, ook nog de rest van zijn gezin ook nog opgehaald om ons te zien opstijgen langs de startbaan. Helaas duurde dat te lang en zijn ze onverrichte zaken weer naar huis gegaan.

 

Over vertraging en ontbrekende koffers

De vlucht verloopt vlot, maar de stoelen zijn op een of andere manier erg krap opgezet en wat ik ook probeer ik kan geen relaxte stand vinden. Daar hebben we allemaal last van en uiteindelijk slapen alleen Morris en Anwar een paar uur. Bovendien word ik midden in de nacht ook nog behoorlijk misselijk (achteraf lijkt het logisch dat dit toe te wijzen is aan de bijwerkingen van de malaria pillen die we een dag voor vertrek zijn begonnen in te nemen. Tegen de ochtend landen we op Nairobi, uiteindelijk ruim een uur te laat. Dit is voor ons geen probleem, omdat we zes uur hebben voor de overstap en nu nog (maar) 5 :).

Het vliegveld in Nairobi komt niet heel groot over, ondanks dat het toch een van de grotere vliegvelden van Afrika is. We zoeken comfortabele stoelen en relaxen een beetje. Uiteindelijk checken we weer in voor het laatste stuk naar Antananarivo (Tana). Het toestel voor onze laatste drie en een half uur is aanzienlijk kleiner, maar de stoelen zitten een stuk beter. Het voelt dan ook als een korte trip.

Bij de douane in Madagaskar schiet het niet echt op als we in de verkeerde rij lijken te staan. Maar uiteindelijk komen we er met ons zojuist geregeld visum en al goed doorheen. Daarna wacht ons echter een verrassing. Andere Nederlandse medepassagiers die al eerder door de douane waren waarschuwen ons al dat onze koffers waarschijnlijk niet met het vliegtuig zijn meegekomen en nog in Nairobi staan….  Shit. We hebben in de meeste koffers een AirTag gestopt, dus ik check eerst mijn telefoon. En ja….. De koffers staan nog op 2253 km afstaand van ons op het vliegveld van Nairobi. Het betreft dus al onze 7 tassen en koffers…

Ik baal in eerste instantie behoorlijk, maar later beseffen we dat we er toch niet veel aan kunnen doen. Bij navraag bij de balie moet er een formulier worden ingevuld en er werd ons verteld dat de koffer hopelijk in de nacht meegaan met de volgende vlucht. Als dit niet lukt, dan morgenmiddag…. waarschijnlijk…. Ok, dit schopt onze plannen nu al behoorlijk in de war en we zijn nog niet eens echt begonnen met onze vakantie.

Een aardige anekdote is dat ik dit scenario met Morris een week geleden heb besproken. Ik had nog nagezocht dat maar bij zo’n 0,4% van de koffers de koffers niet meegaan op de vlucht. We waren het erover eens dat deze kans niet zo groot was… Tja, wat moet je daar nu weer van vinden.

We komen al snel weer tot rust en hervinden onze balans. We hadden voor die kleine kans voor de zekerheid wel een setje schone kleren meegenomen in de handbagage, dus kunnen we ons in elk geval opfrissen bij het hotel.

 

Wennen aan onze nieuwe omgeving

Na de bagagebanden (die voor ons nogal nutteloos bleken) stond al een mannetje te zwaaien met een A4’tje met mijn naam. Het bleken twee mannetjes te zijn, want we passen niet allemaal in één auto. De jongen mee in de Pajero en de meisjes in de witte taxi. De temperatuur buiten is heerlijk. De eerste indrukken op de doorgaande weg in Tana komen wel binnen. Het is duidelijk dat we weer in een land zijn waar het referentiekader helemaal anders dan we gewend zijn. Daarom houden we van reizen. De eerste indrukken zijn divers. Aan de ene kant is het duidelijk dat we in een arm land zijn, maar het is ook erg bedrijvig op straat. Iedereen lijkt met iets bezig te zijn. Er staan kraampjes met fruit en kleding, maar ook vlees en vis. Er staan ook overal auto’s en vrachtwagens waar aan de lopende band reparaties aan worden uitgevoerd. Vrachtwagens staan aan de kant van de weg met ontbrekende wielen en even verderop staat iemand half in de motorruimte van een Landcruiser te lassen. We voelen ons allemaal wel een beetje bekeken door de mensen aan wie we voorbijrijden. Een beetje decadent eigenlijk. We voelen ons een beetje opgelaten. De wegen zijn hier nog best goed. Maar we draaien al snel van de hoofdweg af. De weggetjes worden al snel erg krap en we banen ons een weg door de steegjes met grote gaten in het wegdek waar de vele voetgangers vaak worden geattendeerd door onze chauffeur met een korte druk op de claxon.

Het hotel is redelijk goed. Volgens de westerse standaard mankeert er nog wel wat aan, maar we passen ons snel aan. De kamers en de bedden zijn ok. We zitten op ons balkon als de zon ondergaat. Rond zes uur (!). Ja, we zitten dicht bij de evenaar, en zelfs nog een stukje eronder en het is winter. De zon is hier nu maar zo’n 11 uur per dag aanwezig. Een meisje van het hotel klopt bij ons aan met de vraag of we daar ook willen eten. Dit lijkt ons wel een goed idee, want buiten de poort bij het hotel lijkt het ons nog niet echt vertrouwd. We hebben tijdens de vlucht al wat gegeten, dus we nemen allemaal een bordje spaghetti carbonara (ja, niet echt lokaal eten, maar wel eenvoudig en lekker denken we). Dit lijkt overigens nog wel een uitdaging te zijn, want eten kan pas ruim een uur later, omdat er eerst nog boodschappen gedaan moeten worden. We zijn momenteel de enige gasten in het hotel. Ze zijn er maar druk mee. Er staan overigens geen prijzen bij de gerechten in het menu. Ik probeer nog iets bij het meisje los te krijgen hoe dit werkt, maar daar gaat ze niet over en heeft hier ook geen verstand van. Ze zegt dat het betalen morgen bij het uitchecken wel komt en we dan wel zien hoe duur het was. We gaan hier na een kort moment van twijfel in vol vertrouwen in mee. Het zal wel goed zitten.

 

Geen keus

Even later komt iemand vertellen dat er iemand klaar staat voor een instructie van de auto. O… Ok, we hadden nog geen Landcruiser gezien, maar vooruit met de geit. Het blijkt Joel te zijn zonder Landcruiser maar met de Pajero waar we net mee zijn opgehaald op van vliegveld. Hij kijkt serieus en legt uit dat de Landcruiser een ongeluk heeft gehad waarbij een collega van hen bij om het leven is gekomen. En dat ze op korte termijn alleen de Pajero beschikbaar hebben. We hebben laten weten dat we dit erg vinden van hun collega, maar dat wij ook wel erg gesteld waren op ons geboekte landcruiser. Hij zegt dat ze druk bezig zijn via partnerbedrijven om alsnog een landcruiser voor ons te regelen, maar dat hij niet zeker weet of- en wanneer dit lukt. Beide auto’s hebben overigens hun voor- en nadelen. De Pajero is wat luxer; wel stoer, maar tegelijk wat meer als een personenwagen. Hij is wel een stuk lichter en zuiniger dan de Landcruiser. De Landcruiser vinden we vooral nog veel stoerder, ondanks dat die wat minder comfort heeft. Joel legt ook uit dat de route die we hebben gekozen prima door beide auto’s kan worden gereden. Ook het ontbreken van een snorkel is volgens hem geen probleem omdat bij de meest diepe oversteken de wielen maar half-, of misschien net onder water zullen komen op de door ons gekozen route. We laten ons hier dus ook maar niet over van de wijs brengen en gaan er hoe dan ook een roadtrip van ons leven van maken.

Het is inmiddels zeven uur en we gaan richting het restaurant van het hotel. De cola en het bier komt snel. De cola is van het merk “World Cola”, maar smaakt eigenlijk wel goed en het lokale bier van TBH is ook prima. Er zijn twee dames erg druk in de keuken en ze lijken wat onzeker. De spaghetti Carbonara is – zacht gezegd – nogal vreemd. Er liggen drie behoorlijke vogelnesten Spaghetti op ieders bord en we krijgen er een schaaltje met rood-bruine saus bij. Ik zie er wel bolognese saus in, maar Marjan vindt het meer op satésaus lijken qua kleur. Best apart voor een Spaghetti Carbonara. Als de spaghetti ook nog eens koud blijkt te zijn en de saus (die toch naar Bolognese smaakt) een beetje lauw is, kijken we elkaar aan en zien we de lol er wel van in. Voor Anwar is koude spaghetti wel even wennen, maar uiteindelijke eten we er lekker van. 

In de avond check ik laat in de avond of er al beweging in onze AirTags zit, maar dit blijkt niet het geval. Ik zoek op internet nog na hoe laat de vlucht gaat, maar tot mijn verbazing blijkt de vlucht van vannacht helemaal niet te gaan in tegenstelling wat ze op het vliegveld aan ons vertelden… We moeten ons dus voorbereiden op nog een dag Antananarivo. Nu maar hopen dat onze bagage morgen wel op de middagvlucht mee gaat…


 

Pizza’s en koffers; moera, moera
Dinsdag de 23 juli

Het was vannacht fris, maar prima te doen. In de ochtend doen we lekker een fleece truitje of vest aan en schuiven aan bij de ontbijttafel rond 7 uur. Het ontbijt is prima. We beginnen met een soort rijstsoep met paksoi-achtige blaadjes. Dit is voor de meesten van ons nogal zware kost, want er zit echt veel rijst in. Verder is het een behoorlijk uitgebreid ontbijt. Even later komt Joel onze auto brengen. We lopen het gebruikelijke rondje en hij legt alles gedegen uit. We hebben er zin in. Ik bespreek ook met hem dat we onze koffers nog niet hebben en zeg dat we zo naar het vliegveld willen bellen. Joel beidt zich gelijk aan om dit voor ons te doen. We hoopten hier stiekem al een beetje op, want ik denk dat hij meer voor elkaar krijgt dan wij. Na het belletje komt hij echter met teleurstellend nieuws dat de vlucht van vanmiddag is gecanceld en dat de bagage dus pas op z’n vroegst morgennacht gaat komen. Dit is een aardige teleurstelling, maar ook weer niet het einde van de wereld. We hebben inmiddels ons eerste Malagassische woordjes ook geleerd. Mora Mora betekent ‘relax’ of ‘rustig aan’. Dus we proberen de mora mora houding ook maar aan te nemen.

Na het ontbijt gaan we voor het eerst op pad met de Mitsubishi Pajero. We beginnen de auto wel steeds leuker te vinden. Hij is van binnen erg fijn en comfortabel. Er zitten grote wielen onder en is bovendien veel zuiniger en lichter dan de Landcruiser. We rijden eerst richting centrum Tana. Ik heb iets gelezen over een mooie markt. We kijken onze ogen uit langs de weg door Tana. Het is overal stikdruk en behoorlijk vies. In de buurt van de markt wordt het nog veel drukker. We vinden dit wel lastig, want we durven de auto niet te parkeren. Als we worden gewenkt door een paar jongetjes, dan zetten we de auto neer. Maar er wordt veel gesmoesd en gelachen en we besluiten toch om door te rijden. Het voelt niet goed. Verderop zien we overal veel armoede langs de weg. Er zijn hele stukken waar van de modder bakstenen worden gemaakt en worden gedroogd op een vuur. Overal om ons heen is veel rook van heel veel vuurtjes overal om ons heen. Al het water wat we zien in de kanalen of ondergelopen velden is zwart en erg vervuild door alle plastic wat overal rondslingert. Wat smerig, en wat een armoede…

Even later zien we een paar borden van voor ons bekende winkels langs de weg. Het blijkt een groot winkelcentrum te zijn. We besluiten ons even te laten verleiden en hier te gaan kijken. Eenmaal binnen voelen we ons eigenlijk niet helemaal op ons gemak. Het contrast hierbinnen is erg groot met de wereld buiten deze afrastering. Uiteindelijk laten we ons ook nog verleiden tot het eten van twee megapizza’s. We bestellen 2 pizza’s van 60(!) cm. We hebben ons verkeken op de maat van de pizza’s, want na 1 pizza zitten we al bijna vol. Wel weer hilarisch. Marjan regelt nog even een wifi code en ik kijk hiermee nog even of de vlucht van vanmiddag inderdaad is geannuleerd. Tot mijn verbazing zie ik dat de vlucht op dat moment al in de lucht is. Bovendien heb ik geen contact meer met de AirTags in de koffer gehad sinds de tijd dat ze zouden zijn opgestegen. Dit is goede hoop dat onze bagage -tegen de verwachting in- toch wel komt vanmiddag. De rest van de pizza nemen we mee in een pizzadoos. Er is ook een soort supermarkt in het winkelcentrum; een soort Carrefour. Hier scoren we wat handige dingen, zoals een piepschuimen koelbox en slippers. We rijden nog een rondje en besluiten eerst nog wat boodschappen te halen in een supermarkt dicht bij ons hotel.

Hierna vertrekken we richting vliegveld. Onderweg komen we weer veel arme mensen tegen. Als we de hal inlopen en inloggen op de wifi gaan we gelijk kijken naar de AirTags op onze telefoons. En ja hoor; onze koffers zijn ongeveer honderd meter van ons verwijderd! Even later gaan Morris en ik naar de ruimte met de bagageband en halen we al onze 7 tassen/koffers van de band. YES!!!

We halen gelijk ook de extra telefoon uit de koffer en lopen naar de Telmar balie. Na lang wachten blijkt dat ze hun limiet hebben bereikt in het activeren van sims, dus lukt het niet om ons vandaag een lokale sim te leveren…. Alleen in Afrika…  De buren bij Orange hebben een beetje minder dekking, maar zijn ook goed. We sluiten hier uiteindelijk een contract voor af voor niet te veel geld en zijn blij dat het geregeld is. Het wordt inmiddels wel erg laat en de zon is al aan het ondergaan. Joel heeft ons duidelijk gewezen om niet in het donker te rijden, dus opschieten. De rit naar het hotel gaat goed, maar het laatste stukje door de smalle straten is wel wat spannend. Het is bovendien erg druk op straat met voetgangers. We komen uiteindelijk veilig en met koffers aan bij het hotel. In de hotelkamer eten we nog wat yoghurt en mango die we eerder in de supermarkt gescoord hebben. Niemand heeft nog veel honger na de pizza’s. We gaan redelijk vroeg slapen om morgen aan onze eerste echte etappe van ons avontuur te beginnen! 

 

 

Tegenvallende kilometers en rijst voor de armen
Woensdag 24 juli

Vandaag vroeg uit de veren en al onze spullen pakken. Na het ontbijt vertrekken we rond half negen, later dan gepland, maar gaan met die banaan! De eerste uren moeten we door het drukke verkeer van Tana. Dit kost ons zeker 2 a 3 uur om hier doorheen te komen. Marjan schiet wat leuke plaatjes, maar voor de rest is het vooral filerijden. Marjan vindt nog een goede bestemming voor de pizza stukken van de vorige dag. Ze geeft de doos aan een gezin wat voorbijloopt. Dit gezin is erg dankbaar en Marjan raakt hier helemaal geëmotioneerd van.

Nadat we eenmaal de stad uit zijn schiet het meer op, althans, dat willen we graag. Maar de gaten in de weg zorgen dat het ook nu nog steeds niet erg opschiet. Uiteindelijk zijn we ruim zeven uur onderweg voordat we in Antsirabe aankomen voor onze Airbnb overnachting. We zouden hier al een dag eerder aankomen, maar door onze vertraagde koffers hebben we de eerste nacht nog in Tana moeten doorbrengen. Het nadeel is dat we hier nu niet veel rust vinden, want we moeten ook nog boodschappen halen voor de volgende dag en iets bedenken voor het avondeten. Als we in de supermarkt zijn begin ik een beetje in te storten. Misschien is dat wel logisch na 7 uren zeer ingespannen rijden in een vreemde omgeving met allerlei nieuwegewoontes en regels. We besluiten maar wat eten mee te nemen naar het huisje en thuis te gaan eten. Bij de supermarkt staan veel kinderen die bedelen om geld of eten. Marjan besluit na overleg met het personeel dat ze twee kilo rijst koopt en dit aan hen geeft. Zodra ze dit doet gaan de kinderen uit hun dak van blijdschap. Deze situaties blijven altijd lastig, Je wil ze wat geven, maar geld, pennen, ballonnen of andere plastic meuk is ook niet goed, dus naar ons idee is dit ongeveer het best denkbare.

 

Al met al was dit een behoorlijk vermoeiende dag. Door de drukte in Tana en de slechte wegen vinden we de tijd die het kost om de geplande afstanden af te leggen erg lang. We beginnen ons een beetje zorgen te maken of we niet een te strak programma hebben gebouwd. Marjan bespreekt die ’s avonds nog met Morris. Als ik even een uurtje lig te pitten. We besluiten voor de komende dagen te kijken hoe het gaat en anders het programma in te korten waar mogelijk.

 

Kennismaking met de Malagassy en we eten Koba
Donderdag 25 juli

 

Vandaag willen we vroeg vertrekken uit Antsirabe. Uiteindelijk is het ook alweer rond 8 uur voordat we alle spullen hebben gepakt, hebben ontbeten en alle spullen in de auto hebben getetrist. De weg lijkt nu gelukkig een stuk beter. Onderweg stoppen we bij een groep verkoopkraampjes die allemaal Raffia spullen verkopen. De verkopers doen erg hun best om ons hun winkeltje in te praten, maar zijn erg vriendelijk. We kopen wat kleinigheden/souvenirs en rijden weer verder. De wegen zijn zo goed dat zelfs de 100 km/h even hebben aangetikt. Het doel is Morondova, hoewel dit mogelijk te ver is om in één dag te rijden variëren de verhalen op internet hierover. De verhalen van de Malagassy wisselen ook sterk. We zien wel. Het voelt alsof we nog nergens echt houvast hebben. We leggen dus niets vast en kijken wel wat de reis ons brengt.

 

Op iets minder dan de helft van deze reis om in Morondava te komen ligt Miandrivazo. We komen hier rond één uur aan. We besluiten dat we hier vannacht gaan blijven. De resterende tijd is te krap om het te riskeren. Bovendien ziet Miandrivazo er leuk uit. We rijden de auto naar het strand van een brede rivier en gaan hier lunchen met onze eerder gekochte lunch. Binnen de kortste keren verschijnen er allemaal kinderen om ons heen. Morris is crackers met chocopasta voor ons aan het smeren. Als we zeggen dat hij ook wel een paar voor de kinderen mag smeren pruttelt hij dat hij dat niet wil, maar in de tussentijd smeert hij lekker en deelt uit. Nog meer kinderen verzamelen om ons heen. We hebben ook alle vijf een yoghurtje gegeten en de kinderen wijzen op onze lege bakjes. Die willen ze graag hebben. We twijfelen wel een beetje, want we vinden eigenlijk niet dat de bakjes in het milieu terecht moeten komen, want het is overal al zo’n puinhoop. Maar wellicht hebben ze ook nog een nuttige toepassing voor de bakjes. We geven de bakjes aan hen en met hun vingers likken ze de bakjes schoon. Een jongetje loopt met een bakje in de hand haalt het aluminiumfolie dekseltje eraf en loopt hier keuring mee naar de waterkant en gooit het in de stromende rivier. We kijken elkaar alle vijf aan van verbazing, maar wat moet je…. Laat maar gaan.

Vlakbij waar we net geluncht hebben op het strand staat het Baobab hotel. Het ziet er redelijk uit, maar de deur zit op slot. We staan voor de deur te vergaderen wat we zullen doen binnen opeens beweging zien. Iemand had de gastvrouw blijkbaar gewaarschuwd dat er potentiële gasten bij haar aan de. Deur stonden. We vragen of ze nog kamers vrij heeft. Dit lijkt het geval. Er is een vierpersoonskamer zonder douche en toilet en een tweepersoonskamer met douche en toilet. Dit is een beetje een rare combi, maar de kamers zijn redelijk goedkoop (totaal ca 25 euro) en het lijkt redelijk schoon, dus we besluiten het te doen. Later in de middag lopen we door de hoofdstraat van Miandrivazo. We zijn hier duidelijk een attractie. Echt iedereen kijkt ons aan, maar iedereen is wel vriendelijk. Marjan raakt aan de praat met een redelijk goed Engelssprekende jongen. Hij vindt het erg leuk om met haar te praten. Binnen de kortste keren staat er een groep van zeker 25 mensen omheen, voornamelijk vrouwen. Iedereen is aardig en nieuwsgierig. Nagenoeg iedereen vindt het hier ook leuk om op de foto te gaan, ofwel als onderwerp, of samen met ons. De sfeer is gezellig en relaxt. Marjan is volledig in haar sas met al dit contact.

Even later komen we de een verkoper tegen die Koba Akondro (ook wel Koba) verkoopt. Dit is een lange rol omwikkeld met bananenblad. We hebben hier van tevoren over gelezen. De cake is gemaakt van gestoomde cake met banaan en pinda’s. Dit is een traditioneel gerecht in Madagaskar. Het jongetje legt zenuwachtig de prijs uit (ca. 10 cent voor een plakje), maar verandert het na aanmoediging van omstanders in 20 cent. We doen er niet moeilijk over en kopen twee. Ik vind het niet echt lekker. Het proeft vooral nogal verbrand. De kids vinden het ook niet lekker. Marjan doet erg haar best om het lekker te vinden, maar geeft ook haar laatste helft weg aan een jongetje die er blij mee is. We kopen ook nog een paar stokbroden voor morgenochtend. Later kiezen we een achterafstraatje dat ons langs de rivier leidt en we maken nog mooie foto’s van de zonsondergang. ’s Avonds eten we in het hotel.

 

Twijfel over het reisplan en ervaringen op de lokale markt in Morondava
Vrijdag 26 en zaterdag 27 juli

Vanmorgen weer vroeg uit de veren. We rijden al om zeven uur weg uit ons hotel. We eten crackers in de auto als ontbijt. Het stokbrood is van het Franse type, dus die waren gisteravond al keihard en niet meer te eten. De weg is afwisselend goed en slecht. Morris rijdt ook nog een stuk van anderhalf uur. Dat gaat heel goed. Er zitten weer grote kuilen die de snelheid er erg uithalen, maar tegen het eind van de reis naar Morondava wordt de weg super strak. Ik tik zelfs even de 110km/u aan. Niemand maakt zich in Madagaskar erg druk over de snelheidslimiet. Bij elk dorp staat een politie checkpunt, maar tot nu toe mogen we steeds doorrijden. Een paar kilometer voor Morondava is de afslag naar de avenue de Baobab, ofwel een straat met allemaal behoorlijk grote baobab bomen. De kinderen willen graag naar de zee, maar we gaan toch eerst hier kijken. De weg ernaartoe is een zandweg en kost een halfuurtje. We kijken onze ogen uit en ik laat de drone vliegen om mooie plaatjes te schieten. Dit is supergaaf. De avenue is tegelijk ook een doorgaande weg dus er komen steeds auto’s en vrachtwagens voorbij. Als we voldaan zijn van de indrukken gaan we door naar ons huisje aan het strand. We hebben via Airbnb een huisje geboekt. Niet echt goedkoop maar wel leuk. Het is een volledig huis met achtertuin van zand en meerdere zitjes met zachte banken. Het huis is ook prima. We hebben 4 slaapkamers en een huishoudster. Tja, dat laatste hoeft voor ons niet, maar het hoort geloof ik bij hun concept. Zij zou voor ons kunnen koken en wassen bijvoorbeeld. Wij houden hier niet zo van. Ze komt ook te pas en te onpas het huis binnen voor klusjes. Maar we leggen ons er maar bij neer en doen ons ding. De wifi werkt helaas niet. Dit hebben we wel nodig voor onze toekomstige boekingen, maar het lijkt niet direct oplosbaar te zijn.

Het strand is eigenlijk al deels in onze achtertuin, dus we kunnen niet wachten om te gaan zwemmen. De zee is echter nog wel een aardig stukje lopen. Marjan blijft aan de kant, maar wij spelen met z’n vieren lekker in de golven. Vooral Anwar heeft het prima naar zijn zin in het zand en de zee. Ik voel me tijdens de zwempartij een beetje misselijk worden…. Als we terug bij het huisje zijn, dan voel ik het al aankomen en ga gelijk naar de wc. Mijn darmen zijn behoorlijk in de war. Even later moet ik ook overgeven en ben binnen de kortste keren behoorlijk leeg. We moeten nog uit eten, wat ik niet echt zie zitten, maar ik probeer het. Als we in het restaurant zitten haak ik al af. Ik ga terug en loop nog regelmatig de halve nacht naar de wc. De rest gaat eten in een restaurantje verderop. Ze nemen nog wat eten voor me mee, maar ik slaap de hele avond. In de nacht knap ik gelukkig weer wat op. Marjan en de kinderen bespreken wat dit betekent voor onze reis. Ook de routeplanner geeft aan dat de reis naar onze volgende bestemming zo’n 11 uur is. Marjan denkt dat we eigenlijk niet helemaal goed hebben geboekt in Morondava, maar eigenlijk in Kirindy hadden moeten boeken, wat dichter bij onze volgende bestemming in Bekopaka is. Ze komen tot de conclusie dat we de Tsingy rotsformaties (=trekpleister van Madagaskar) moeten laten zitten. Dit vindt iedereen erg jammer, maar ze zien er de mogelijkheden niet. Marjan vertelt dit als ze terugkomt in het huisje. Doordat ik de hele avond heb geslapen kan ik in de nacht niet goed in slaap komen. Ook de volgende ochtend ben ik vroeg wakker. Ik doe ook nog onderzoek op internet (ja, de wifi werkt weer!) en vraag de medewerker van de reisorganisatie waar we de auto gehuurd hebben. Ik kom tot de conclusie dat het moet kunnen. We moeten dan nog wel een dag bijboeken in Morondava. We slapen allemaal uit (behalve ik dan) en bespreken het plan tijdens ons ontbijt. Het is wel even schakelen, omdat iedereen net idee gewend was dat we Tsingy zouden overslaan. Maar uiteindelijk is iedereen enthousiast. We boeken ons strandhuis voor nog een nacht via airbnb. Gelukkig is het nog huis nog een nacht beschikbaar. We chillen vandaag nog even in de achtertuin. We moeten nog wel boodschappen zien te regelen voor de komende dagen, want er zal weinig te krijgen zijn onderweg. Deze veranderingen in de plannen geven ons aan de ene kant veel onrust. Dit heeft ongetwijfeld ook te maken met het acclimatiseren en wennen aan de omstandigheden in Madagaskar. Ook help ziek zijn niet voor rust. Maar uiteindelijk is ook dit onderdeel van het avontuur waar we met het gezin middenin zitten. Ook hier leren we weer veel van met z’n allen.

We vragen onze huishoudster (een andere deze keer) waar we boodschappen kunnen halen. Ze zegt dat dit goed mogelijk is dan zegt ze dat we terecht kunnen bij een winkel die Jovena heet. Dit zou ook nog een best grote winkel zijn volgens de huishoudster. Marjan en ik gaan op zoek naar de winkel terwijl de kids thuisblijven in onze riante achtertuin in het zand. We vinden al snel een benzinestation dat Jovena heet, maar een grote winkel spotten we niet. Als we beter kijken lijkt het echter wel dat de benzinestation-winkel wel behoorlijk wat (Westerse) producten heeft, maar helaas is de winkel dicht… Het is half twee. We vragen aan de pompbediende wanneer de winkel opengaat. Ze denkt om drie uur. Hmm, ok. Dan straks maar terugkomen. Maar even later is er beweging in de winkel en worden we geseind dat de winkel nu ook wel opengaat als we wat nodig hebben. Tja, dat laten we ons niet twee keer zeggen. De producten zijn inderdaad erg Westers. De prijzen zijn ook fors, maar we hebben wel een voorraadje nodig voor de komende dagen. We zien tot onze verrassing twee halve broden staan; van die lang houdbare meuk. Ze kosten bijna vier euro per stuk, maar we nemen toch maar twee mee, want het lijkt ons toch lekker en praktisch voor onze Westerse magen. We nemen verder ook vooral voldoende water mee voor onderweg.

We willen ook nog wat bananen scoren voor onderweg, dus we parkeren de auto om nog even bij een verkoper een tros bananen te scoren. We zien verderop een markt en besluiten samen nog even een rondje te doen. Het lijkt een behoorlijk grote markt te zijn, met heel veel kraampjes. We worden aan alle kanten bekeken en aangestaard, maar het voelt goed en veilig. Marjan raakt natuurlijk weer in gesprek met de vele mensen op de markt en we hebben leuke interacties met zowel de kinderen als de volwassenen. We kopen een mooie tros bananen van twee aardige dames. Als Marjan wil afdingen lijkt dit niet helemaal de bedoeling. We betalen de bananen gewoon en lopen verder. Later ziet Marjan een stapel met een soort bruine wortel met witte binnenkant. We hebben die onderweg al vaak zien liggen, maar wisten niet wat het was of hoe het smaakt. Marjan vraagt naar wat het is en prompt wordt er een doormidden gesneden voor ons om van te proeven. Het proeft een beetje naar kokos en heeft een wat droge structuur. Ik vind het wel redelijk lekker (achteraf: Anwar en Mayra vinden het niet zo lekker en Morris vindt dat het naar een A4’tje smaakt). Marjan koopt vijf van die wortels en de verkopende dames zijn blij.

Als we weer richting huisje rijden besluiten we nog even bij een paar hotels/bungalows langs te gaan voor als we weer terugkomen over een paar dagen. We vinden een leuke bungalow en boeken die alvast voor de 31ste als we terugkomen. Als we weer terug zijn bij het huis gaan we eerst maar zwemmen. De kinderen vonden het niet verantwoord om dit zonder ons te ondernemen, wat prima is. Marjan blijft even chillen in de achtertuin en ik ga met ze mee, maar ik voel me nog steeds niet helemaal 100%, dus ik blijf even op de kant liggen in het zand. Richting zonsondergang koelt het af boven water, dus na een uur zwemmen lopen we weer richting huisje. In de avond gaan we weer eten bij het tentje waar we eerder gegeten hebben. Hier worden we zo langzamerhand vast klanten. De meiden zijn aardig en het eten is goed. ’s Avonds pakken we onze spullen allemaal in en maken ons klaar voor een vroege start. 

 

Een lange, pittige autorit met oversteken op een vlot
Zondag 28 juli

Een halfuur voor de wekker ben ik rond vijf uur klaarwakker. Mijn darmprobleempjes zijn nog niet helemaal opgelost, maar we gaan ervoor. Rond kwart voor zes is iedereen up-and-running en we rijden weg richting Tsingy om half zeven ’s ochtends. Na zo’n drie kwartier rijden passeren we eerst weer de Avenue de Baobab en gaan daarna verder noordwaarts. De route is zo’n 230 km, volledig onverhard. De verwachting is dat we er zo’n 10 uur over gaan doen met twee rivieroversteken op een soort pont (maar dan anders). De weg is behoorlijk onverhard en slecht. Het is zanderig en vooral oneffen met veel gaten, stenen en hobbels. Sommige stukken zijn vlak waar we soms 30-50 km/h kunnen rijden, maar meestal zitten we ronde de 10-20 km/h. We worden veelvuldig door elkaar geschud, maar de Pajero doet het goed en trekt ons er doorheen. We komen boven verwachting al rond half twaalf bij de eerste rivier uit waarbij we de veerboot op moeten. We rijden langs een druk stukje met allemaal vrachtwagens en slaan rijden de weg door. Maar de weg wordt hier wel erg zanderig en de 2wd moet hier wel even in de 4wd worden gezet om hier doorheen te komen. We vragen ons af of we goed zitten (suggestie Morris) en keren weer om. Uiteindelijk bleken we wel goed te zitten en rijden verder. Een paar kilometer verderop is inderdaad de pont. Twee aan elkaar gelaste boten met planken als dek dient hier als veerboot en verbindt de waterkant met een paar rijplaten. We krijgen instructies aan boord te rijden. De rest stapt uit en ik rij de auto zonder problemen aan boord. Eenmaal aan boord word ik geïnstrueerd de auto te parkeren. Later komt er nog zo’n pont naast te liggen worden beide gevuld met auto’s die achter ons aan zijn komen rijden. Ik vlieg hier ook nog even een rondje met de drone. Erg mooi om dit ook vanuit het vogelperspectief te kunnen bewonderen. Niet veel later zijn beide ponten vol en varen we een kwartiertje stuk met de stroom mee naar het dorp Belo aan de overkant. De pont kost zo’n 15 euro. We zijn wel blij dat we even een uurtje uit de auto zijn.

Dan komt de tweede helft van de reis. We lijken ruim over de helft te zijn van de kilometers, dus we maken ons geen zorgen. We blijven niet lunchen in Belo, zoals de meeste toeristen, maar rijden door en eten een echte boterham met jam. De weg is het tweede stuk wel een stuk slechter. De gemiddelde snelheid zakt aanzienlijk door de vele gaten en stenen. Kort voor de bestemming moet de auto nog een keer op de pont voor een korte oversteek. Dit is erg leuk. Het lijkt allemaal wat krakkemikkig (is het ook), maar als je je goed aan de stuurinstructies houdt van het personeel is het niet moeilijk. Uiteindelijk rijden we rond half vijf het terrein van ons hotel/resort op. We hebben een bungalow voor 4 personen geboekt bij het Olympic Bemahara. Een verzameling met bungalows en een centraal restaurant en receptie. Niet helemaal ons ding, maar we hebben niet veel keus op deze bestemming. Anwar slaapt op zijn eigen matje met slaapzak en eigen klamboe. Dit is geen probleem en even later liggen we in het zwembad, wat nog net kan voor zonsondergang. Het water is echter wel fris, dus even later douchen we en gaan eten. We moeten ook nog uitvogelen hoe we de tickets en een gids voor het park morgen kunnen bemachtigen. Het eten is redelijk van smaak, maar kleine porties. Morris bestelt een extra gerecht omdat hij onwijs honger heeft. Tja als het joch honger heeft, moet je hem toch maar voeren, toch?… Pubers… De tickets kunnen we regelen bij het park office. Volgens de receptie moeten we daar dan wel om zes uur al staan…. Ok, dat wordt even schakelen.

 

Vroeg opstaan voor toegangskaarten voor Tsingy en onze eerste Lemuren
Maandag 29 juli

De wekker gaat om vijf uur en iets na half zes schuiven we aan voor het ontbijt. Iets na zes uur staan we bij de park office. Er staan dan al een kleine 10 terreinwagens. We zien geen toeristen en gaan bij de mensen staan. Om half zeven gaat het park office open en we staan redelijk dicht bij de deur en sluiten aan. Even later worden we aangesproken door een Malagasy dat we eigenlijk nog niet aan de beurt zijn, maar dat we wel voor mogen. We hadden tot dat moment geen rij kunnen ontdekken, maar verontschuldigen ons. Marjan geeft gelijk aan dat we graag naar ons juiste plek in de rij gaan als hij helpt ons die te wijzen. Dit betekent dat we nog langer moeten wachten, maar voelt wel goed. Ook zie je de Malagasy gelijk ontdooien. We raken in gesprek met een aantal reisleiders die allemaal in de rij staan voor de toeristen die ze begeleiden. We krijgen nog een paar goede tips van ze. Als we aan de beurt zijn dan boeken we een gecombineerde kanotocht en een bezoek aan de kleine Tsingy. Jammer genoeg ben ik mijn creditcard vergeten uit het hotel en moeten we het hele bedrag van bijna 1 miljoen (!) Ariary (zo’n 200 euro) in één keer cash betalen. Dit slaat een behoorlijk gat in ons cash geld, maar we hebben nog wel wat reserve. De park fee had betaald kunnen worden met creditcard (ruwweg de helft), maar de gids moest sowieso cash worden betaald. Het hotel kan worden betaald met creditcard (als het goed is).

We krijgen een gids toegewezen en even later rijden we met hem naar het punt waar we de vorige dag met de boot zijn aangekomen. Als we de auto parkeren staan er al snel kinderen om de auto heen met de vraag of ze de auto mogen wassen. Onze gids heet Laurent. Hij zegt tegen de jongetjes dat dit niet mag. We laten het maar even zo. Even later stappen we in twee samengebonden kano’s die gemaakt zijn van uitgeholde boomstammen. De kapitein paddelt ons rustig tegen de stroom in. Even later pakt Morris de paddel en helpt hem om snelheid te maken. Dat wordt erg gewaardeerd. We doen zelfs nog even een wedstrijdje met een Frans stel uit Réunion. We varen langs kalkzandsteenformaties die deels zijn weggesleten door het water. We gaan op twee plekken aan land en bezoeken grotten die wat stalagmieten en stalactieten hebben. Leuk om te bekijken, maar niet heel indrukwekkend. Als laatste stop liggen we stil in het midden van de rivier waar we worden gewezen op een paar witte bollen die hogerop op een richel liggen. Dit blijken de begraafplaatsen zijn van de eerste bewoners van Madagaskar. Het is duidelijk dat dit met respect moet worden behandeld. Het is bijvoorbeeld uit den bose om met een vinger te wijzen naar de graven. Dit doen we dan ook niet. Je dient je hele hand of vuist te gebruiken om te wijzen. De gids legt uit dat dit eigenlijk niet alleen voor de graven geldt, maar voor alles in de Tsingy regio. Niet meer wijzen dus….

Even later leggen we de kano’s weer aan en komen we weer bij de auto. De jongetjes hebben (bewust of onbewust?) niet naar onze gids geluisterd en staan vol trots onze net gepoetste auto te presenteren. We willen best wat geven, maar het is toch wel weer een dilemma. Beloon je ze omdat ze niet hebben geluisterd? De gids laat het aan ons over. We gaan eerst maar naar het Little Tsingy park.

Het Little Tsingy is een steenformatie met puntige stekelige vormen met de punt omhoog. Het gehalte van kalk in de stenen is hoog en door het zuur van de regen ontstaan de regenloop-paden die voor de kenmerkende vorm zorgen. Laurent  leidt ons door de rotsspleten heen en vertelt veel. Hij spreekt goed Engels en vertelt dat hij al sinds 1998 gids is in het park. Hij leidt ons ook nog naar twee uitzichtpunten die ons een mooi overzicht geven over de rotsformaties. Maar het hoogtepunt van de tour is wel dat we een stuk of vier lemuren zien, waarvan een met een kleintje. Het zijn prachtig witte knuffelbeertjes met zwarte gezichtjes en oortjes. Ze staan ons net zo nieuwsgierig aan te kijken als wij hun. Ze geven ons uitgebreid tijd om een paar mooie foto’s en filmpjes van hen te maken. Erg leuk.

Het is overigens wel een behoorlijk warme tocht. Het is behoorlijk zweten. We besluiten de jongens die onze auto hebben gepoetst wel wat geld te geven. Na overleg geven we 5000 aria (ongeveer een euro). Ze hebben wel hun best gedaan. Zelfs de wielkasten zijn super schoon.

Bij terugkomst vragen we aan Laurent of hij nog een goed adres weet voor een lunch. Hij adviseert om in Bekopaka te gaan eten. Even later zitten we bij een netjes lokaal restaurant en gaan we daar lunchen. Ik kies goed als ik de rijst, kip en groente kies en de andere vier zitten een behoorlijk droge hap spaghetti weg te kauwen. Het is altijd maar afwachten wat er op tafel komt. We spreken met Laurent af dat we hem morgen om zeven uur bij de park office zien. Hij regelt dan ons veiligheidsharnas. Verder hebben we alles vanmorgen al geregeld voor morgen.

Terug bij de bungalow duiken we nog even het zwembad in om af te koelen. We besluiten ondanks het karige hotel-eten toch maar niet weer het dorp in te gaan voor diner. Het eten is deze keer beter en Morris heeft op mijn verzoek een extra grote portie gekregen. Daarna doen we nog even een spelletje aan tafel en gaan vroeg slapen.

 

Grote Tsingy en lekke band
Dinsdag 30 juli

Ten opzichte van gisteren voelt vandaag als uitslapen. We staan kwart voor zes op en ontbijten een halfuur later. Om zeven uur pikken we Laurent, onze gids, op bij de ticket office. Hij heeft onze harnassen al klaarliggen en we gaan op pad naar de ‘Grande Tsingy’. De weg is slecht en we doen er ruim een uur over om er te komen. We parkeren de auto op een veld naast andere auto’s. Alles wat hier rondrijdt is overigens 4wd. Weinig kans dat je hier komt met een standaard auto. We doen onze harnassen om en gaan op pad. Als we door het bos lopen komen we al snel de eerste Lemur tegen die zit te slapen in een boom. Het duurt even voordat Anwar hem ziet, maar ook hij ziet hem even later zitten. Een stukje verder zien we dezelfde soort witte lemuren die we gisteren ook zagen met een kleintje. Even later zien we nog meer Lemuren die in liggend/zittend slapen omdat ze nachtdieren zijn. We zijn wel verrassend dicht bij een Lemuur en maken mooie plaatjes en zijn onder de indruk.

Kort daarna later lopen we de typerende rotsformaties in en op. Grande Tsingy is met recht groot. We volgen onze gids via een mooie route. We kruipen door smalle doorgangen en klimmen op trappen. De steile stukken zijn we gezekerd aan ons harnas. Dit werkt prima. De hele beleving duurt ongeveer vier uren. We komen ook bij een paar mooie uitzichtpunten en als klap op de vuurpijl gaan we ook nog over een hangbrug tussen de rotsformaties. In het echt lijkt hij wel wat kleiner dan de foto’s die we online en in de reisgidsen hebben gezien, maar het is erg leuk om er overheen te lopen. We maken veel foto’s en video’s en iedereen geniet. Als we later weer door het bos naar de auto lopen, dan spotten we onze eerste kameleon!

Als we weer bij de auto aankomen blijkt dat we een lekke band hebben! Nou zeg, dat was niet de afspraak. Laurent vermoed dat de chauffeurs hier mogelijk wat mee te maken hebben, maar ik betwijfel het. Het lijkt erop dat er een spijker of schroef in het loopvalk zit en dat kan gebeuren. Iedereen schrikt er wel een beetje van. Mayra gaf later aan dat ze dacht dat ons dit de hele middag wel zou kosten en Anwar kon het ook niet overzien gaf later aan dat hij zich hier ook niet prettig bij voelde. Er staan wel gelijk een handjevol nieuwsgierigen om me heen en een aantal van de lokale chauffeurs die daar met Westerse toeristen op pad zijn willen wel helpen. Eén heeft een compressor en biedt aan om de band op te pompen. Ik bekijk de situatie en besluit aan de slag te gaan om de band te verwisselen. Ik begin het reservewiel los te draaien en krik de auto op. Een van de chauffeurs komt zijn krik ook brengen als extra veiligheid en anderen leggen gelijk stenen voor de wielen. Ik vind het prima, maar wil het vooral zelf doen. Uiteindelijk zit de reserveband er in een kwartiertje om en staat de lekke band in de kofferbak. Ik bedank de chauffeurs en omstanders en we gaan weer rijden richting logeeradres.

Onze gids Laurent weet wel een adres in Bekopaka waar we de band kunnen laten repareren. Je ziet hier vaak verticaal half ingegraven banden aan de kant van de weg staan met de tekst ‘Volcan’. Dit heeft ongetwijfeld iets te maken met vulkaniseren van rubber, maar hier kun je in elk geval je band laten plakken. Als we uitstappen komt een jongen van een jaar of achttien naar ons toelopen. Nadat die gids wat met hem heeft gepraat wil hij onze band wel plakken voor 30.000 Ariary, zo’n zes euro. Ik zeg dat dit prima is. Maar later loopt hij nog wat te dreinen en via Laurent begrijpen we dat hij onze krik eigenlijk nodig heeft. Na doorvragen en na vertalen van Laurent begrijp ik dat hij de krik nodig heeft om de band van de velg te krijgen. Hij laat zijn werkplek zien onder de wortels van een boom waar een paar schroeven in gedraaid zijn. Erg bijzonder weer dit allemaal, maar waarom niet. Als hij de band kan plakken en we weer verder kunnen vind ik het allang prima. We kunnen twee uurtjes later de band weer ophalen en laten de band en krik achter.

Als we bij het hotel komen dan chillen we eerst wat op het balkon van ons huisje. Marjan doet gelijk wat wasjes. De was droogt hier als een malle. Door dit gedoe is onze lunch er bij ingeschoten en kijken of we in het hotel een snackje kunnen scoren. We krijgen de optie friet, dus een bakje patat tussendoor klinkt goed. Het duurt echter lang deze keer. Uiteindelijk krijgen we vijf hele grote borden friet. Niet te doen… We eten een deel van de friet op en sturen een bord terug, omdat het echt veel te veel is. Daarna ga ik met Morris naar de Vulcan man. Als we parkeren duurt het even, maar komt hij er al snel aan met een geplakte band. Yes!. Hij wil de band in de achterbak zetten, maar ik wil de originele band er weer om hebben. Ik weet niet of ze wel weten hoe dit moet en maken zeker geen aanstalten. Ik laat me niet uit het veld slaan en begin de band daar terplekke te verwisselen. Er gaan gelijk weer wat stenen voor alle wielen en de groep omstanders wordt steeds groter. De kindjes zien natuurlijk allemaal crackers en water in de auto liggen en beginnen te vragen. Dat is wel wat vervelend, omdat ik hier nu echt niet op zit te wachten, maar ik doe mijn ding en binnen tien minuten zit de originele band weer op. Ze vinden het allemaal machtig interessant. Op een zeker moment komt een wat oudere vrouw zelfs naast mij zitten op de treeplank van de auto naar mij te kijken. Weer erg bijzonder allemaal, maar weer tien minuten later zit de reserveband weer op z’n plek onder de auto en staat de krik weer achterin en gaan we weer op weg naar ons huisje waar we nog even zwemmen voordat de zon onder gaat. Nadat we gedoucht zijn gaan we met z’n allen alvast pakken voor de reis van morgen. Morgen moeten we weer 10 uur in de auto zitten om terug in Morondava te komen. Mijn rugzak lijkt bewoond te zijn door heel veel kleine mieren. Het blijkt dat we onze – uit Nederland meegebrachte – noedels hadden gevonden. De noedels zitten in twee plastic zakken (per stuk en per 5 verpakt). Het blijkt dat de mieren zich door beide zakken heen hebben gevreten. Ach ja, we wilden natuur, toch? Niet moeilijk over doen. Helaas pindakaas.

Even later nemen we een licht diner in het hotel. De rest duikt er vroeg in en ik bekommer me nog even over het reisverhaal en om een backup te maken van alle mooie foto’s die we tot nu toe hebben gemaakt. We zijn nog maar een dag of tien onderweg, maar het voelt alsof we al zeker het driedubbele hiervan onderweg zijn. Het is intensief, maar supergaaf.

Terugreis vanuit Tsingy en een zonsondergang tussen de Baobabs
Woensdag 31 juli

Vanmorgen weer vroeg opstaan en ontbijten. Ik sta om half zes bij de receptie om met mijn creditcard af te rekenen omdat dit gisteravond niet kon door het drukke gebruik van het mobiele datanetwerk. Gelukkig lukt dit in één keer, want het hotel en het eten hier is niet goedkoop geweest en we hebben niet genoeg cash. Ach, het lijkt hier overal toch steeds weer goed te komen…

Rond kwart voor zeven hebben we alle bagage weer in de auto gepakt en gaan we beginnen aan de lange terugreis. Het eerste stuk weg na de eerste pont is (weer) het slechtst. Daarna pak ik het tempo lekker op en kan goed meekomen met de professionele chauffeurs. De gemiddelde snelheid is zeker hoger dan de heenweg. We zijn bijna een uur eerder bij de pont van Belo dan verwacht. We kunnen gelijk de pont oprijden en wachten daarna nog even tot er nog een paar andere auto’s bij komen en we varen weer een kwartiertje stroomopwaarts. De aandrijving zijn twee heel ouderwetse eencilinder herriemotoren die met de hand moeten worden aangeslingerd. Als ik de pont weer afrijd volgt er een steile helling in mul zand. Gelukkig staat de Pajero al in 4wd en haal ik het in één keer. Het begint echt wel te wennen allemaal. Nadat ik nog een uurtje gestuurd heb neemt Morris het over. Het is eerst weer even onwennig, maar hij heeft al snel de smaak weer te pakken. Hij stuurt ons keurig door alle heuvels en dalen (en gaten en stenen) heen tot we weer door Baobab Avenue rijden. Het laatste stukje in druk verkeer in Morondava neem ik weer voor mijn rekening. Het is hier een warboel met Push-push karretjes (een soort riksja’s) en tuktuks.

De familiekamer bij Trecicogne is heerlijk. Hij is groot, schoon, ruim en precies wat we nodig hebben. Ik heb echter geen rust en wil nog terug naar de Baobab Avenue voor de zonsondergang. De rest van het gezin ziet dit niet meer zitten en blijft ‘thuis’. Marjan gaat even wat kleren wassen, zodat we weer wat voorraad hebben. Wel zo fijn.

Ik kom net op tijd aan bij Baobab Avenue en maak alvast wat foto’s van de zonsondergang. Het is, in tegenstelling met toen we hier eerder overdag waren, onwijs druk. Het barst van de toeristen die hier allemaal op de terugweg vanuit Tsingy nog een Sunset stop maken. Ik loop even wat uit de drukte en laat snel de drone opstijgen. De plaatjes die ik schiet zijn werkelijk geweldig. Nadat de zon onder is komt er nog een heel kleurenpallet van rood en oranje voorbij.

.

Weer bij de parkeerplaats aangekomen staat er ineens een klein geitje naast me te mekkeren. De moeder staat achter het hek en roept terug. Ik aai het geitje en ze komt prompt tegen me aan staan. Ik help haar wat op weg naar een gat in het hek bij haar moeder en rij in het donker terug naar ons hotel. Dat valt nog niet mee, want alle bushpush fietsen verplaatsen zich zonder licht. Als ik in de buurt van ons hotel kom staat plotseling Morris ineens voor mijn neus. Ze zijn alvast naar een restaurant gegaan en pikken mij op deze manier op mijn terugweg op. Verrassend. De rest eet burgers en wraps en ik bestel gamba’s. Het duurt een uur voordat we eten op ons bord hebben en doen eerst een spelletje. Maar het eten blijkt de moeite waard. Het was werkelijk heerlijk. Ik had 5 grote gamba’s van zeker 12-15 cm! De prijs was ook nog eens heel laag. We hebben echt goed gegeten en gedronken voor nog geen 25 euro totaal! Bij het hotel kunnen we de auto binnen het hek parkeren en gaan allemaal lekker vroeg douchen en slapen. Ik werk ons reisverhaal nog even bij.

We gaan waar geen weg is, gaan bijna kopje onder en zoeken het hotel in het zand
Donderdag 1 augustus

Ik ben al vroeg wakker en even later volgt de rest. Ik word door alle gezinsleden gefeliciteerd. We ontbijten in het hotel. Het is een prima ontbijt met lekker vers stokbrood. Gelukkig wordt er niet gezongen… Tijdens het ontbijt krijg ik zowaar van de rest een verjaardagscadeau. Het is een mooi T-shirt met een Baobab print erop. Erg leuk. Na het ontbijt pakken we snel de koffers en gooien we die in de auto om weer op pad te gaan. Er zijn voor vertrek echter nog een aantal essentiële zaken die we nog moeten doen/regelen omdat we vanaf hier een stuk ‘off the beaten track’ gaan. Belangrijk zijn dan cash geld, brandstof, proviand. Ik probeer eerst ook nog op de markt een jerrycan op de kop te tikken voor wat reservebrandstof. Ik vind het niet een prettig idee om straks mogelijk ergens zonder te zitten, dus dan op deze manier. Ik vraag bij een brommerzaakje of ze iets hebben. Het antwoord is nee, maar ze verwijzen me door naar een ijzerwarenwinkel verderop. Als ik mijn vraag stel komen ze aan met een grote brandstoftank van een speedboot aanzetten voor veel geld. Dit is ook niet de bedoeling. Uiteindelijk vind ik een nieuw jerrycannetje in hun assortiment van een liter of vijf. Twee van die dingetjes kosten samen maar net meer als een euro. Perfect. Dan op naar de ATM. Het is mij nog niet gelukt meer dan 40 euro uit het apparaat te krijgen. Dus we gaan proberen bij een bank om een groter bedrag in één keer op te nemen. Dit loopt op niets uit, dus uiteindelijk toch maar weer pinnen. Na een aantal keer pinnen hebben we weer een voorraadje cash geld. Het blijft lastig om genoeg geld op te nemen. Aan de ene kant is alles goedkoop en kun je bijvoorbeeld voor niet al te veel geld prima uit eten en aan de andere kant ben je gelijk veel cash kwijt aan hotels en brandstof, alhoewel de dieselprijs van ca 1 euro per liter ook wel weer meevalt. Marjan is vanochtend nog naarstig op zoek geweest naar haar nieuwe strip anticonceptiepillen, maar zonder succes. Dit kan lastig voor Marjan worden komende tijd. Met weinig hoopt plot ze een pharmacie binnen en even later komt ze heel blij naar buiten. Voor 40 cent heeft ze precies hetzelfde stripje pillen gescoord. Probleem opgelost.

Uiteindelijk gooien we de tank van de Pajero en de beide jerrycannetjes vol en halen de boodschappen bij de Jovena (dezelfde van 3 dagen geleden) en beginnen aan het vervolg van ons grote avontuur. Wellicht nog even qua context; De meest toeristische routes lopen vanuit Tana naar het zuiden en naar het westen. Veel toeristen reizen heen en weer over deze wegen. Wij willen een volledig rondje maken; eerst naar het westen en dan via de kust naar het zuiden en dan via de RN7 weer naar het noorden trekken. Het lastige is dat er in principe grotendeels geen weg is langs het westelijke kustdeel, dus dat wordt een uitdaging.

Het eerste stuk gaat soepel. We rijden vooral over los zand, maar het is behoorlijk vlak. Na een uurtje of twee staat onze eerste tolhek/peage op ons pad. Het mannetje wil ca 1 euro hebben voor de doorgang. We staan inmiddels midden in een rijtje van drie 4wd auto’s. Ik bied 40 cent, maar het mannetje in onvermurwbaar. Uiteindelijk betaal ik mijn euro en we rijden verder. We rijden een tijdje verder als groepje. Als we stoppen voor de lunch bij een zoutvlakte valt het groepje uit elkaar. Er zijn een aantal zoutvlaktes die wit of gelig lijken. Het zijn grote oppervlaktes waar je – als je goed kijkt – allemaal zoutkristallen ziet. Je kunt er overheen rijden, maar de kans is dat je door de bovenste zoutlaag zakt en dan zit je gelijk in de blubber. Dus we maken wat foto’s en eten ons broodjes op. Maar we wagen ons hier niet buiten de gebaande paden.

We passeren wat ondiepe stukken water waar we soms zo doorheen kunnen rijden en soms helpen de locals voor wat centen ons er doorheen. Maar op een bepaald moment komen we bij een stuk weg wat behoorlijk onder water staat. Aan beide kanten van de weg (het water…) staan bomen en struiken. Dus we kunnen er niet langs rijden. We moeten er doorheen. Ik begin er voorzichtig doorheen te rijden en dat lijkt goed te gaan. Het is wel een beetje dieper dan de eerdere poeltjes, maar de wielen komen nog niet helemaal onder water. Als we de afstand voor meer dan de helft hebben overbrugd wordt het plotseling opeens veel dieper. Ik zie de neus van de auto naar beneden duiken en er komt een golfje water over de voorkant van de motorkap heen. Dat is geen goed nieuws, want we hebben geen snorkel. Een scheut water in de luchtinlaat kan per direct einde oefening betekenen, ofwel dat de motor gelijk goed stuk kan gaan. Ondanks dat ik schrik realiseer ik me dat ik wel door moet rijden. Even later wordt het al snel ondieper, maar het was wel behoorlijk schrikken geblazen. We kijken nog even onder de motorkap en zien dat het water wel gevaarlijk dicht bij de luchtinlaat was gekomen. Gelukkig zijn we er goed doorheen gekomen.

Na dit avontuur rijden we weer vlot door en na ruim 3 uur zijn we al bij het dorp van onze eindbestemming, Belo sur Mer. Echter de borden zijn niet helemaal duidelijk en we rijden het dorp in waar veel los zand ligt. We worden wel een paar keer vreemd aangekeken. Hoe verder we doorrijden, hoe muller het zand wordt. In een hoofdstraat van het dorp komen we uiteindelijk toch vast te staan, ondanks de 4wd. Ik rij wat voor en achteruit en uiteindelijk krijg ik hem m.b.v. de diflock en wat helpende lokale (kinder)handen toch weer los. We gaan terug en pakken de afslag die we eerder hadden moeten nemen. Maar verderop twijfelen we weer over de route. We herkennen het water waar we voor staan en zien stokjes staan waar we misschien tussendoor moeten rijden, maar weten het niet zeker, dus we bellen het Entermer hotel. De vriendelijke mevrouw zegt dat er inmiddels iemand onderweg is om ons te helpen. En ja, een jongen in een rood T-shirt loopt door het water, onderweg naar ons. Hij rijdt mee op de treeplank en geeft ons instructies om om het water heen te rijden. Ik kom weer zowat vast te zitten, maar na wat gemanoeuvreer lukt het me om door het losse zand de route te vervolgen. Entremer is paradijselijk. We hebben een groot, geschakeld huisje met twee slaapkamers en 5 bedden. Het staat midden op het strand in terwijl ik dit verhaal zit te typen zie ik Marjan op de veranda zitten, met de zee, strand en palmbomen op de achtergrond.

Elizabeth is de host. Ze is Frans van origine en runt het complex op een ontspannen manier. We voelen ons gelijk thuis. We trekken snel de zwemkleding aan en gaan allemaal de zee in. Heerlijk. Ik ga aan het eind van de middag nog even een paar rondjes met de drone vliegen en maak indrukwekkende opnames. Rond half acht schuiven we aan voor het diner. We laten ons verrassen en krijgen heerlijke visgerechten voorgeschoteld met als dessert zelfgebakken wortelcake. We komen heerlijk tot rust in het paradijs en gaan vroeg slapen.

Nog even relaxen op het strand en Anwar maakt een vriend in Manja
Vrijdag 2 augustus

Vanmorgen staan we een keer niet heel vroeg op en struinen nog lekker op het strand. De boys kunnen geen genoeg krijgen van het zoeken naar schelpen, krabben en heremietkreeften. Het water staat vanmorgen een heel stuk lager en er komen allemaal rotsen bloot te liggen die we gisteren niet zagen. We verblijven hier maar één nacht helaas en pakken onze koffers in en besluiten nog een wandeling te maken. We lopen langs het strand richting dorpje en vinden allemaal mooie schelpen. De lokale bevolking vindt ons ook wel interessant en wil graag op de foto; met of zonder ons. Wat wil je nog meer; je foto onderwerp vraag zelf of hij/zij op de foto mag. Zeker als we mensen groeten in het Malagasy met ‘Salam’ of ‘Salama’, dan lichten de gezichten gelijk op. De kinderen lopen via het strand terug en wij lopen binnendoor langs allemaal scheepswerven. Het lijkt hier wel de Bataviawerf. Er worden hier allemaal schepen gebouwd op de traditionele manier volgens oud Nederlands ontwerp. Mooi om te zien.

Rond 12 uur zijn we weer terug bij het hotel en gaan we weer op pad met de Pajero. We kunnen nu wegrijden via de drooggevallen baai tussen de stokjes door, dus de lastige rit door het diepe zand kunnen we vandaag overslaan. Met behulp van wat verschillende apps, maar ook door het volgen van waar de meeste sporen heenleiden vinden we onze weg richting Manja. De wegen zijn echter behoorlijk slecht en we hebben de eerste anderhalf uur veel stukken waar het pad erg smal is en we de doornstruiken veelvuldig over de lak van de auto horen krassen. Het klinkt een beetje als nagels over het schoolbord…. Veel keus hebben we niet (dit begint een vakantieuitspraak te worden volgens Mayra…). Ook verderop is de weg niet echt goed. We komen wel een paar tolpoorten tegen. De eerste tolpoort staat direct nadat we een droge rivierbedding zijn overgestoken die vooral uit erg mul zand bestaat. In het spoor is allemaal riet/stro aangebracht waardoor we redelijk grip hebben. De 4wd moet hier wel aan, maar zonder stro zou het lastig geworden zijn. Het mannetje bij de poort wil omgerekend 2 euro. Ik zet laag in en zeg dat hij 40 cent krijgt. Ik raak in een leuke onderhandeling met hem waarbij we met humor in een andere taal elkaar proberen te overtuigen. Intussen staan er 15-20 kinderen rond de auto en zitten letterlijk met hun neus tegen het raam geplakt. De klodders zitten er naderhand nog duidelijk op. Dit is best wel intimiderend. Ze houden elke beweging in de gaten en zijn continu op zoek naar zoetigheid en waterflessen. Maar ze gedragen zich verder wel keurig. Er is niemand die aan onze spullen of aan ons zit. Als een jongetje toch aan Morris zijn armen zit, wordt hij gelijk gecorrigeerd door een ouder(e). Uiteindelijk komen we uit op 1,60 euro en de poort (tak) gaat open en we rijden verder. Even later komen we bij een wateroversteek. Hier staat al een hele groep ons op te wachten. Een oudere man staat pal naast mij aan de bestuurderskant. Hij spreekt geen woord Frans of Engels. Er staat gelijk weer een hele groep rond de auto. Het is absoluut niet duidelijk wat en hoeveel geld hij wil. Als ik na ruim vijf minuten aanstalten maak om weg te rijden dan komt er beweging in de groep en beginnen ze aanwijzingen te geven. Onze eerste oversteek was behoorlijk aan de diepe kant, dus ik vertrouw het toch niet helemaal Morris biedt aan om voor de auto uit te lopen. Het blijkt allemaal wel mee te vallen en ik rij zonder problemen het water over. Morris is het inmiddels zat dat iedereen maar ‘bonbon’ roept en roept nogal hard ‘bonbon’ terug naar de mensen om hem heen. Als ze nog niet stil waren door de aanblik van Morris zijn lange witte benen in het water werden ze nu wel stil doordat hij ook nog hard ‘bonbon’ gaat roepen. Even later komen we nog een tolpoortje tegen die open staat. Er komt snel iemand aanrennen om hem dicht te doen, maar ik ben sneller en rij door. Hij roept nog wat, maar tussen al het geroep over bonbons en andere dingen valt het niet echt op.

Als we later door een dorpje komen waar de bewoners erg hard schreeuwen om bonbons komen de kinderen ook gevaarlijk dicht bij de auto. Dit is lastig, want ik wil natuurlijk niemand aanrijden. Ze blijken in dit dorp echter nogal brutaal en uiteindelijk hangen er twee kleine jongetjes achteraan de auto. Marjan ziet een zwart kroezig hoofdje door het achterraam als we de dorpspoort al uit zijn. We stoppen en hij sprint gelijk weg. Gelukkig is dit tot nu toe de enige plek waar we dit gedrag zo heftig hebben meegemaakt. We komen nog een paar wateroversteken tegen. Bij één van de oversteken gaan zowel Marjan en Anwar als Morris het water in om te helpen. Ook wel even lekker.

Uiteindelijk duurt de rit 5 uur voordat we Manja (zeg ‘Manza’) inrijden. We stoppen bij het hotel, maar hier zijn gelijk een aantal mensen die zeggen dat we naar een ander hotel moeten, omdat ze vol zitten. We zeggen dat Elizabeth van Entremer voor ons heeft gereserveerd, maar daar hebben ze niet zo veel boodschap aan. Ik laat me niet wegsturen en probeer de auto wel op de parkeerplaats te krijgen van het hotel, wat lukt. Hoe het nu precies zit met het hotel, of waar we naar toe moeten is onduidelijk. Maar het lijkt me altijd beter om alvast een spreekwoordelijke voet tussen de deur te hebben. Niemand spreekt Engels en begrip van Frans lijkt ook beperkt. Bovendien staat er ook een mannetje naast me die steeds herhaalt dat we eerst het diner moeten bestellen. Ik zeg dat we eerst willen inchecken. Hij zegt dat inchecken niet kan. Spraakverwarring alom. Hij dacht dat ik ‘chicken’ wilde (i.p.v. inchecken). De kip was blijkbaar op…., dus hij zei dat dat niet kon. Best grappig. Maar we willen toch eerst de kamer zien. We lopen mee met een jongen die ons de kamer laat zien in het andere hotel. We lopen blijkbaar naar de ‘Annex’. En… laat dit nu precies de bedoeling van ons zijn geweest (en die van Elizabeth). De kamers zijn erg basic en niet erg comfortabel volgens de Westerse standaarden. Maar we vinden het prima. Na wat gedoe over sleutels en kamers halen Marjan en ik de auto op terwijl de kids wachten. Er is een jongetje van Anwar zijn leeftijd die gelijk een link lijkt te hebben met Anwar, en andersom. Samen doen ze renspelletjes en tekenen ze in het zand. Erg leuk voor Anwar. Hij geniet hiervan. Morris is ook druk met de jongens als grote broer. Op een bepaald moment heeft hij ze beide op zijn schouders. Hij leent ook zijn telefoon uit zodat ze samen spelletjes kunnen doen. Het is lastig de naam van het jongetje aan de weet te komen en uiteindelijk staat hij binnen ons gezin voor eeuwig bekend als Kobus.

Even later lopen we weer naar het restaurant voor het diner. Het eten smaakt boven verwachting goed. We boeken via de telefoon ook alvast een volgend logeeradres in Andavadoaka. We bestellen ook ontbijt voor morgenochtend en gaan weer terug naar onze kamers. Het jongetje blijft aan Anwar plakken en is later ook al bij hem op de kamer (Morris en Anwar slapen vannacht op één kamer). Nadat Marjan heeft gezegd dat het nu klaar is en dat Kobus weg moet gaan vertrekt hij. Wel leuk voor die gasten dat ze even lekker hebben kunnen spelen. Morgen hebben we weer een lange dag voor de boeg, dus iedereen vanavond maar weer vroeg onder de wol.

 

Een ongemakkelijke ervaring met een krakkemikkige pont en bijna zonder diesel en geld
Zaterdag 3 augustus

De wekker gaat vanmorgen weer om kwart voor zes. We pakken de boel in en gaan naar het restaurant van gisteravond voor het ontbijt. Het ontbijt is erg simpel en ik heb weinig rust, omdat we vandaag ver moeten rijden en we weer niet weten wat voor uitdagingen we weer tegenkomen. Uiteindelijk rijden we iets over zeven uur weg. Nadat we nog staande worden gehouden door de politie aan de rand van het dorp gaan we richting kust. De meeste agenten willen de autopapieren zien, maar deze is benieuwd waar we heengaan en wenst ons een goede reis. De weg is de eerste 80km fenomenaal. Hij is van asfalt, nieuw en strak. Volgens mij is deze weg aangelegd door Chinezen die waarschijnlijk weer snode plannen hebben voor de grondstoffen van Madagaskar. De weg doet ook nogal onwerkelijk aan. Vaak zien we kuddes koeien en geiten lopen midden op de weg, omdat er toch weinig wordt gebruikt. Als de weg plotseling ophoudt zijn we aangekomen bij de pont. Er liften gelijk al een paar mannetjes mee op de treeplank naar de pont. Eenmaal aangekomen bij het water staan er gelijk 15-20 man om ons heen. Ze willen 400.000Ar voor de overtocht hebben. Dit is ruim 80 euro! Ik zeg natuurlijk dat dit belachelijk is. Uiteindelijk weet ik na een behoorlijk verhitte discussie de prijs naar 130.000 te krijgen. We worden nog steeds genaaid volgens mij, maar we hebben weinig keus (Ja, Mayra, weer het thema…). Achteraf horen we van reizigers die met chauffeur reden dat die mogelijk maar 30.000 heeft betaald, maar dat wist hij ook niet zeker. Nog weer later horen we van een andere chauffeur dat hij ook 130.000 heeft betaald. Het zal ook allemaal wel. De zogenaamde onderhandelingen waren vooral echt vervelend. Iedereen van ons was ook behoorlijk onder de indruk van deze – toch wel negatieve – ervaring. Dit is blijkbaar de prijs van zelf reizen zijn in een Afrikaans land…. We wilden avontuur, dus we krijgen avontuur. Dit blijkt nogmaals als de auto op het vlot wordt gereden door mij. Het vlot bestaat uit 6 aan elkaar gebonden kano’s met een takkenmat er overheen en kraakt nogal. Het vlot gaat gevaarlijk heen en weer en hij ligt ook wat dieper dan hun bedoeling was. Marjan, Mayra en Morris gaan met een aparte kano naar de overkant en Anwar en ik gaan met de auto mee. Eenmaal aan de overkant moet ik de auto van het vlot af en een helling van los zand oprijden. We hadden al gelezen in andere reisverhalen dat ze je wel los wilden trekken, maar dan daar ook weer geld voor zouden vragen. En ja hoor, na een paar meter zit ik behoorlijk vast, ondanks alle 4w en diflock systemen. En ja hoor, voor nog een keer 200.000 (40 euro) willen ze ons er wel uit duwen. Wat een afzetters en nogmaals de bevestiging van de negatieve ervaring. Ik probeer alsnog wat voor- en achteruit te rijden om een vlak stuk zand te maken vanwaar we weer kunnen proberen los te komen. Dan komen er toch een paar mannen voorzichtig mee-duwen. We komen gelukkig snel weer los. Ze vragen nog wel geld, maar ik reageer hier niet meer op en we rijden door. Ik hoorde later ook dat de mannen die Marjan, Morris en Mayra naar de overkant roeiden ook nog extra geld wilden, maar hier is Marjan niet in meegegaan. Maar nu moet er nog een grote vlakte met los zand worden overgestoken. We komen een heel eind, totdat we ook daar vast komen te zitten. De banden zijn nog steeds nat en houden weer een laag zand vast, waardoor we geen grip hebben. Er komen gelijk weer 10-15 man op ons af die wederom voor een aanzienlijk bedrag ons wel willen helpen. We denken het zelf te kunnen (althans dat hopen we) en stappen uit en maken de banden vrij van zand en graven de wielen en het profiel zo goed mogelijk uit met onze handen. Even later geeft ik gas en de rest duwt. En ja hoor, we krijgen hem zelf los! Dit was toch wel even een erg bevredigende ervaring. Yes!

Als we doorrijden lijkt de snelweg van eerder weer erg onwerkelijk en heel ver weg. De weg is weer als vanouds slecht. Volgens de reisverhalen zouden we in dit traject ook nog veel tolpoortjes tegenkomen, maar we komen er uiteindelijk maar één tegen voordat we een dorp inrijden. De rest van het verkeer gaat om het tolpoortje heen, dus ik doe dit ook maar. Ook dit mannetje wil wat van me, maar ik ben al voorbij. Onze eerste bestemming is Morombe. Hier is een bank en een benzinestation. We komen onderweg ook een benzinestation tegen, maar deze slaan we over, omdat we een uurtje verderop toch een pitstop gaan maken. Een uur later zijn we in Morombe, een nogal saai kustplaatsje. Er staat hier inderdaad een benzinestation, maar…… het is gesloten en failliet. Dit is toch wel een dingetje, want de tank is minder dan halfvol en het duurt nog een aardige tijd voordat we weer een benzinestation tegenkomen. Dit is weer een les voor ons: tank als je kunt en halfvol is leeg in een land als dit. De oplossing is er gelukkig ook. Er staan mensen 20l jerrycans brandstof te verkopen. Dit is natuurlijk wat duurder dan aan de pomp, maar zeker wel tegen een redelijke prijs. De verkoper giet de inhoud via een trechter met filter in onze tank. Ik zeg dat ik het laatste beetje uit de jerrycan niet hoef om te voorkomen dat er nog water mee de tank in komt die misschien onder in de jerrycan zit. De tank zit nu voor meer dan driekwart vol en we kunnen weer even vooruit. Nu nog cash: na even zoeken vinden we de bank. Maar helaas kan de machine geen contact krijgen met het bankenstelsel, dus geeft een foutcode bij alle passen. Later begrijpen we dat dit meestal betekent dat er gewoon geen geld meer in het pinapparaat zit. Dus Morombe is niet echt onze favoriet. We gaan rond lunchtijd verder naar het zuiden. Het is nog een paar uurtjes rijden naar onze bestemming en vanaf hier zou de route erg mooi moeten zijn. In het begin rijden we langs mangrove bossen en zien allemaal rode krabben wegschieten de grond in zodra we in de buurt komen. Later verandert het landschap veelvuldig van witte steenstructuur, naar mul zand, naar vlaktes met zeekraal en grassen. Erg indrukwekkend allemaal. We volgen ook veel smalle paden waarbij de takken en stekels weer vervaarlijk langs de auto schuren. We volgen grotendeels het 4wd pad, wat overigens nergens staat aangegeven. Dit gaat meestal goed en vaak komen de gesplitste wegen later weer bij elkaar. Er zijn ook stukken weg bij met erg mul zand, maar de Pajero trekt zich er goed doorheen. We komen ook veel mooie Baobab bomen tegen. Eerst een paar indrukwekkende grote bomen en later zelf een heel bos. Nadat we hier wat mooie foto’s hebben genomen gaan we weer verder. Maar we zijn wat uit koers geraakt en proberen het spoor weer op te pakken. Dit valt nog niet mee en we raken verstrikt in smalle paadjes. We gaan zelfs nog een paar keer terug omdat het gewoon te smal is/wordt. Uiteindelijk zijn we dicht bij de route waar we moeten zijn volgens de app, maar liggen er allemaal struiken in de weg. Morris en ik gaan de auto uit en trekken de struiken aan de kant en even later staan we weer op het juiste pad. Het is inmiddels ook alweer vier uur, dus we moeten ook opschieten om voor het donker wordt bij het hotel te komen. Even later zien we het eerste bord staan wat ons richting de Manga Lodge stuurt. Het is dan nog steeds wel even zoeken, maar om half vijf zijn we er.

We hebben bij Manga Resorts een prachtig huisje aan het strand geboekt. We hadden voor vier personen geboekt, omdat er geen huisjes voor 5 beschikbaar waren. Maar er blijkt nog wel een huisje voor 5 te zijn, dus dan die maar. We kunnen gelukkig betalen met een bankoverschrijving. Geld blijft een dingetje hier in Madagaskar. Morris maakte eerder deze week al de opmerking dat hun grootste biljet van 20.000 Ar (ca 4 euro) kleiner is dan ons kleinste biljet van 5 euro. We lopen dus steeds met pakken geld rond.

Het huisje is prachtig, de locatie is geweldig en het water is mooi helder. De huisjes liggen in een baai en het is lekker kleinschalig. De eigenaren zijn aardig en we voelen ons gelijk thuis. We blijven hier twee nachten. We gaan nog allemaal even snel zwemmen en snorkelen. Het onderwaterleven is beperkt tot een zeester en wat kleine visjes, maar het is zeker leuk om even te zwemmen. In de avond krijgen we een heerlijk diner voorgeschoteld, bestaand uit een vissoep en grote moten verse tonijn. Helemaal heerlijk. We raken ook nog in gesprek met een andere Nederlander die de afgelopen stops sinds Tsingy met ons mee lijkt te reizen. Ze volgen ongeveer dezelfde route.

 

Heerlijk bijkomen in het paradijs aan het strand
Zondag 4 augustus

We hebben vandaag ontbijt afgesproken om 8:30; uitslapen! Helaas lukt dit ons maar beperkt, omdat we in het ritme zitten om vroeg op te staan. Maar het is wel fijn om even rustig aan te doen. Het ontbijt is prima en daarna gaan we lekker zwemmen. Van de eigenaar mogen we ook wel een rondje gaan paddelen in de Piroque, een traditioneel bootje met een losse drijver aan de zijkant. Anwar, Mayra en ik gaan richting de straat van Mozambique, maar als we bij een grote rots zijn keren we om. Dat omkeren is gemakkelijker gezegd dan gedaan! De piroque wil moeilijk draaien of sturen. We moeten behoorlijk aan de bak, maar uiteindelijk krijgen we de piroque weer op koers en komen zo weer aan bij het startpunt. Onderweg moeten we nog wel hozen, want alle piroques zijn volgens mij behoorlijk lek. Later gaan Marjan en Mayra nog een rondje varen. Ik leg dat vast met onze drone. Verder doen we de hele dag gewoon even niet zo veel. We voelen ons gewoon tot rust komen in dit paradijs. We eten alle maaltijden bij de Manga Lodge. Dit is nu even heel relaxt en bovendien zijn de kookkunsten van het personeel heel goed. We smullen alle vijf van alles wat ons wordt voorgeschoteld. Onze gastheer geeft aan dat het eerste stukje van de route van morgen wel wat lastig is. Het is erg mul zand en de route kronkelt nogal. Er is ook een oversteek die afhankelijk van het getij wel of niet kan worden genomen. Er zit nog een Italiaans stel die met chauffeur reist die ook naar het zuiden gaat. We praten met de chauffeur en hij vindt het prima dat we het eerste stuk van de route achter hem aan rijden. Dit voelt wel goed. Iedereen is de hele dag heerlijk relaxt aan het zwemmen, varen, zonnen of wandelen. Heerlijk zo’n dag. Anwar is ook niet moe of koud te krijgen. Als het al behoorlijk schemerig is komt hij pas uit het water. We eten weer een heerlijk diner bij onze gastheren. De vissoort wordt als ‘Karp’ omschreven, maar komt wel uit zee. Het smaakt in elk geval prima.

’s Avonds pakken we onze spullen weer in voor de laatste dag binnendoor richting Toliare.

Over azuurblauwe zee en hotel met kakkerlakken
Maandag 5 augustus

Rond acht uur vertrekken we achter de Italianen aan. Dit is wel relaxt. We stoppen onderweg bij een meertje waar het barst van de flamingo’s en maken hier nog een paar foto’s. De Italianen hoeven maar een kwart van de route die wij vandaag willen afleggen, dus die doen het rustig aan en stoppen best vaak. Na twee uurtjes stopt de chauffeur van de Italianen bij een afslag om ons aan te wijzen door te rijden. Het zand is hier erg mul, dus we stoppen niet en zwaaien hun gedag. De route die we rijden voelt erg klein en we vragen ons af of het wel de juiste route is. Maar veel keus hebben we niet en rijden door. We komen door allerlei mooie landschappen die vooral aan Griekenland doen denken. Hier en daar rotsen en dan weer veel mul zand. Het is ook wel bijzonder hoe snel we gewend zijn aan het wildplassen. (Openbare) toiletten zijn er onderweg gewoon niet. Dus voor iedereen (ook de dames) geldt dat je gewoon de bosjes in moet om te plassen. De dames doen dit inmiddels zonder enige schroom. De Pajero worstelt zich goed door het zand en de stenen heen. Bij de zachte zandstukken is het vooral een kwestie van doorrijden. De 4wd staat nagenoeg het hele stuk aan. Gelukkig hebben we een paar dagen geleden die 20l diesel gescoord, want hier is echt nergens een mogelijkheid tot tanken. De uitzichten die we krijgen op de zee zijn geweldig. De zee is hier azuurblauw. Op het strand is overal bedrijvigheid. Iedereen is aan het werk; vissen, zeewier verbouwen en spullen vervoeren.

Hier en daar komen we een Cebu-kar of een 4wd tegen, maar de hele reis langs het strand is het aantal tegenliggers op twee handen te tellen. Aan het begin van de middag lijkt het op de kaart dat we nog een water moeten oversteken voordat we op de R9 komen (de asfaltweg naar Tulear). Je weet hier nooit hoeveel problemen dit gaat geven, maar gelukkig is de rivier droog in de winter, dus we kunnen gewoon doorrijden. We rijden even later de R9 op. De R9 is een strakke asfaltweg zonder gaten. We weten weer niet wat we zien. Gisteren hadden we voor vanavond een Airbnb huisje geboekt, maar de host hiervan heeft niet gereageerd, dus dit plan valt in het water. Gelukkig krijgen we nu wat beter verbinding via de lokale telefoon, dus we gaan naarstig op zoek naar een alternatief logeeradres. Dit valt nog niet mee. Uiteindelijk boeken we een andere Airbnb in Tulear. Dit is een grotere stad die ruim een halfuur verder is dan de strook in Ifaty waar de meeste toeristen/strand hotels zijn gelokaliseerd. Het is niet goedkoop, maar er is een zwembad en de kamers zien er goed uit op de foto. Tulear is een erg drukke, grote stad. De mensen lijken hier arroganter en brutaler en gaan nauwelijks aan de kant. Het barst hier werkelijk van de pouspouses, de fietskarretjes. De instructies waar de Bnb zit zijn niet helemaal duidelijk en we rijden over een drukke markt waar veel vis, suikerriet en andere producten worden verkocht. Na een paar keer de verkeerde kant op te zijn gestuurd bereiken we de bnb. De eerste indruk is wat minder dan het beeld van de foto’. Het inchecken verloopt ook stroef. In eerste instantie vraagt onze gastheer of we wel echt een badkamer nodig hebben. Uiteindelijk bekijken we meerdere kamers en kiezen we twee. Onze gastheer doet erg zijn best, maar begrijpt er niets van. Later blijkt dat in de kamer van Morris en Mayra een stuk of vijf kakkerlakken zitten van een behoorlijk formaat. De gastheer legt geïnteresseerd uit hoe zie in Madagaskar worden benoemd. We leggen uit dat we graag een andere kamer willen. Dit lukt en M&M krijgen een kamer op de eerste verdieping. Het lastige van deze bnb is ook nog eens dat het restaurant dicht is. Dus diner en ontbijt zit er niet in…. (ze noemen zichzelf een bed & breakfast… Hoe dan?). We hebben wel uitgevonden dat er een ‘Score’ in Tulear zit. Dit is blijkbaar een tak van de Carrefour die we inmiddels kennen. We gaan hierheen voor wat noodzakelijke boodschappen en zoeken op de terugweg een restaurantje waar we wat kunnen eten. Het rijden in donker valt hier ook niet mee. Geen van de pouspoushes heeft licht aan en ze gaan ook niet echt aan de kant. We rijden rustig aan en voorkomen dat we brokken maken.

Het restaurant ‘why not’ is lokaal met een westers sausje. We bestellen kipburgers en hamburgers (Humburgers volgens het menu…). Het duurt erg lang voordat het eten er is. Na ongeveer een uur komen er vier broodjes met vlees en friet. Van burgers is geen sprake. Het zijn gewoon stukjes vlees. De burger van Marjan laat echter nog zeker een kwartier op zich wachten. Ze begint aan haar burger als wij het nagenoeg al op hebben…. Niet helemaal de ervaring waar we op hoopten, maar de warme hap hebben we weer binnen. We hebben inmiddels wel een bungalow weten te regelen bij een kleinschalig park in Mangaly. Dit zit in de buurt van het strand op de plek waar we eerst al heen wilden.

Een mooi plekje in de natuur en verkennen van mogelijkheden om te gaan walvis-spotten
Dinsdag 6 augustus

We hebben allemaal niet erg goed geslapen. M&M hadden last van de muggen omdat er geen klamboe was. De kamer leek vrij van muggen, dus we hadden ook geen opgehangen. Er is geen ontbijt, dus vroeg op pad. We gaan gelijk naar de ‘Score’ om nog wat boodschappen en ontbijt te halen. Hier nemen we verse broodjes, stokbrood en yoghurt mee. Er staat hier ook een grote groep van Koning Aap reizen. We hebben deze groep al eerder gezien in Bekopaka. De groep ziet er erg gemêleerd uit. Ze eten hier ook de broodjes en worden vervolgens in twee bussen gepropt. We zijn blij dat we zelfstandig reizen, ondanks dat het soms wel wat tegen kan zitten. We gaan daarna op zoek naar een bank/ATM. De bank of Africa was eerst nog dicht, maar nu kan ik bij de ATM terecht. Helaas krijg ik hier geen geld uit. Het blijkt dat ook hier de machine leeg is en morgen pas wordt bijgevuld…. Afrika…. We gaan op zoek naar een andere ATM. Gelukkig werkt die wel en ik trek een paar miljoen uit de muur (klinkt stoer, hè?). We worden wel gelijk omringd door bedelende kinderen en mensen die geld willen. Dit voelt niet erg fijn. Morris staat naast me zodat het zicht wat wordt geblokkeerd. Marjan, Mayra en Anwar krijgen ook een aantal bedelende kinderen rond de auto. Het is de realiteit hier, maar het blijft lastig. Het is te veel armoede voor ons om op te lossen. Dat zorgt voor een machteloos gevoel. Maar we hebben weer geld. Nu op zoek naar diesel. Bij de eerste pomp lukt dit niet. Alle diesel bij de pomp is op. Morgen wordt dit pas weer aangevuld…. Afrika….. Gelukkig hebben we meer succes bij het volgende benzinestation. We gooien hier de auto weer vol. Om op een mooi rond bedrag uit te komen wordt de auto zelfs nog heen en weer geschud om de laatste druppels erin te krijgen. We rijden nog even richting kust, maar hier is geen strand. Het zijn alleen maar grote stukken mangrove en industrie. Er staan nog wel een hele rij met souvenir hokjes. We parkeren hier, op zoek naar een paar leuke souvenirs. Binnen de kortste keren worden we omringd door heel veel mensen die ons van alles willen aansmeren. We kopen wat leuke kettingen en schelpjes. Er zijn ook hele mooie grote schelpen te koop van 30-40 cm. Ze kosten niet veel, maar we weerstaan de neiging om ze te kopen. Het verhaal is dat deze schelpen niet van het strand komen, maar worden geoogst en doodgemaakt voor hun schelpen. Als duiker vind ik dit niet ok, dus buiten een paar kleine schelpenkettinkjes kopen we een T-shirt voor Anwar en wat andere kleine spulletjes.

Even later rijden we terug naar het noorden over de RN9 naar Mangaly naar onze bungalow; Solidaire. Als we het terrein oprijden ziet het er erg verlaten, maar heel mooi uit. Het is een prachtig aangelegde tuin met mooie, ruime huisjes. Even later worden we verwelkomd door ‘Me’ (of ‘Mie’). Ze hadden ons nog niet verwacht. Mie spreekt nauwelijks Engels. Ze gaat de baas halen zegt ze. Even later komt Christian ons verwelkomen. Hij is een erg vriendelijke gastheer die het ons naar zin probeert te maken. We zijn momenteel de enige gasten in het 10 huisjes tellende park. Donderdag komt er een groep, maar dan vertrekken wij alweer. Het huisje is prima. Er zijn wel wat rare gebreken, zoals de deurkruk van de badkamer die ontbreekt en de verlichting die binnen in een deel van het huisje nauwelijks aanwezig is. Maar dat hoort er hier wel een beetje bij in Madagaskar. We zijn hier wel op voorbereid en hebben zelf lampjes bij ons. De matrassen op de beden zijn (net als bijna altijd in Madagaskar) gewoon een laagje schuimrubber. Het ziet er verder wel heel netjes uit met goede klamboe’s. Het is echter een vierpersoons huisje, dus Anwar ligt weer op zijn matje in zijn slaapzak. Ik freubel een eigen klamboe boven Anwar zijn slaapplek. Prima zo. Als we onze intrek in het huisje hebben genomen duiken we allemaal in het zwembad. Nou ja, Marjan maakt zichzelf ook een beetje nat, want het water is wel fris.

We komen wel lekker tot rust in de heerlijke omgeving. We informeren in de loop van de middag bij Christian over de mogelijkheden voor walvis kijken en snorkelen. Hij belt gelijk een paar mannetjes en komt met een voorstel om op pad te gaan met een Piroque. Dat is zo’n bootje met aan één kant een drijver en misschien een zeil. Dit klinkt op zich prima, maar voelt niet helemaal goed, want hij kan het allemaal niet zo goed uitleggen. Hij biedt aan dat een Engelssprekend mannetje het ons het nog komt toelichten. Wij willen echter even gaan wandelen. En even later sluit het Engelssprekende mannetje (Bebe) met zijn vriend (Tintin) zich bij ons aan en legt de opties uit. Marjan had er niet bij stilgestaan dat het comfort in zo’n Pirogue niet erg hoog is en we kijken hier wel tegenop om hier een kleine vier uur in te moeten zitten. Bebe legt ook nog uit dat het goed is om met een zeilpiroque te gaan en daarna wat te eten op het strand. We lopen eerst verder. Ik zie een padi stalletje staan en ga hier informeren wat mogelijkheden zijn. Hier zit Jean-Pierre nogal vermoeid om zich heen te kijken. Hij geeft aan dat de golven nogal hoog zijn deze week en hij niet zeker weet of hij morgen wel uitvaart. Hij vaart met ‘gewone’ boten met buitenboordmotor. Hij geeft ons weinig kans om morgen walvissen te zien met een zeilpiroque. Als we mee willen, dan moeten we hem zeven uur bellen en er half acht zijn. Hij bepaalt om zeven uur of hij uit gaat varen op basis van de omstandigheden van de golven en de wind. Dit is natuurlijk wel duurder, maar het voelt een heel stuk beter. We kunnen morgenochtend nog beslissen. We lopen nog een heel stuk over het strand. Het is hier weer behoorlijk commercieel. Er staan ook allemaal leuke huisjes dicht bij het strand die tijdelijk worden bewoond door westerlingen. Wij zijn blij met ons stekkie; midden in de natuur en niet zo decadent. ’s Avonds eten we kip bij het restaurant van Solidaire. We krijgen een kippenpoot. Iedereen is inmiddels gewend aan de hele poten om af te kluiven. We bespreken het plan voor morgen. Iedereen behalve ik wil het walvisvaren morgenochtend laten zitten. We hebben behoefte aan een beetje rust. Ik twijfel nog totdat ik ga slapen. Het voelt heel dubbel; We zitten hier aan de kust met zo’n unieke kans om bultruggen te zien en wij vinden het een beetje te druk… Een deel van mij vindt dat ik dit mee moet maken. Maar uiteindelijk kies ik ook voor rust. Het plan is wel om morgenmiddag met z’n allen te gaan snorkelen. Marjan vraagt nog aan Christian of hij taart kan regelen voor Morris zijn verjaardag morgen. Hij zegt dat dit uit Tulear moet komen, maar misschien wel iets kan regelen.

Morris is jarig en we snorkelen op de woeste baren
Woensdag 7 augustus

We staan rond kwart over acht op en zingen met z’n allen Morris wakker. Hij zegt dit niet leuk te vinden, maar vindt het stiekem wel leuk. We feliciteren hem en Marjan blaast de ’19’ ballonnen op. Het ontbijt is prima. We krijgen naast broodjes, papaya en sterke koffie en zeer sterke chocolademelk ook Corosol sap. Dit is lekker en nieuw voor ons. Het is een Mango-vormige vrucht met stekels die wit van binnen is. Behalve Morris en Anwar vindt de rest dit een lekker sapje. Marjan regelt dat later in de middag de taart wordt bezorgd door de broer van onze gastheer. We relaxen en zwemmen heerlijk bij het huisje. Het ontbijt was uitgebreid, dus voor de lunch eten we ons eerder gekochte stokbrood. Ik heb nog steeds gemengde gevoelens dat ik niet mee ben gegaan met de walvisvaart, maar het is niet anders. Om twee uur melden we ons bij de duikschool om mee te gaan snorkelen. We krijgen goede spullen aangemeten, inclusief shorty. We gaan met de boot met een 40pk buitenboordmotor op z’n gemak naar het rif. Naast ons vijven zijn er ook nog twee duikers aan boord die waarschijnlijk hun opleiding volgen. We horen ook dat de walvisvaart vanmorgen niet door is gegaan. Dit scheelt een beetje voor mijn FOMO gevoel. Het blijft wel jammer.

De zee is behoorlijk ruw. We worden op de heenweg tegen de golven in al behoorlijk nat gesproeid. Eenmaal bij de snorkelplek aangekomen gaan we het water in. Anwar vindt het allemaal wel heftig (en dat is het ook wel). We krijgen een bodyboard mee waar hij lekker op kan hangen. Zelfstandig naar beneden gaan ziet hij niet zitten en blijft lekker op zijn plank hangen. Marjan is eerst even bij hem en later probeer ik hem te helpen. Marjan voelt zich ook niet op haar gemak en is later veel met Anwar bezig om hem een beetje boven het rif te houden. Anwar en Marjan gaan al redelijk snel weer terug naar de boot en houden het voor gezien. Ik snorkel nog een tijdje met M&M. Maar het zicht is ook niet erg goed (ca. 2 meter). De vissen zijn er wel, maar zijn vooral bang als je in de buurt komt. Zelfs met mijn gopro krijg ik nauwelijks beelden waar ik wat mee kan.

Even later gaat Morris ook terug naar de boot en snorkel ik nog een tijdje met Mayra. Als we allemaal weer aan boord zijn, dan moeten we nog een kwartiertje wachten op de duikers die samen met ons op de boot mee zijn en dan gaan we weer terug naar de kust. Iedereen is behoorlijk afgekoeld. Als we weer terug zijn bij ons huisje gaan we gelijk lekker douchen. Dit valt nog niet mee, want er komt nauwelijks water uit de kraan, maar met een extra emmer warm water komen we een heel eind. Ik ga nog even bij Christian vragen of het gelukt is met de taart. En ja hoor, zijn broer staat er met een mooie taart. De laatste taart heeft hij kunnen scoren bij de ‘Score’ (haha, woordgrapje..). Het is ook nog een mooie taart met ‘ Bon Aniversaire’ er op. Nadat we allemaal gedoucht zijn komt Marjan met de drie personeelsleden al zingend met de taart naar het huisje. Morris had wel iets door, maar had dit niet helemaal verwacht. We delen de taart in acht flinke stukken en eten op ons terras de taart lekker op. De dames van het personeel kunnen het stuk niet op en nemen het mee naar de keuken. Ze gaan snel door met het voorbereiden van ons diner. Dit voelt wel een beetje typisch.

Wat later dan gepland schuiven we aan voor het diner. We hadden van tevoren bedacht dat we deze keer gingen uitpakken met 3 gangen, maar we hadden geen rekening gehouden met de taart en de extra zoute nootjes die we eerder vanmiddag hebben gekregen. Onze borden zijn bij elke gang ook nog eens overvol, dus we moeten best veel eten laten staan. Maar we gaan er maar vanuit dat het niet wordt weggegooid. We vinden het verblijf bij Solidaire fijn. Het is een zeldzame balans tussen een goed huisje met comfort, redelijk goed eten en een leuke prijs. Naar ons idee vind je dit niet zo vaak in Madagaskar. In sommige plekken was het erg ‘lokaal’ en goedkoop en worden de basis wensen van westerlingen niet echt begrepen en bij andere locaties, die meestal door Fransen worden gerund, worden de wensen van westerlingen wel goed begrepen, maar betaal je ook gelijk de hoofdprijs van honderden euro’s per nacht.

Vanaf nu in Noordelijke richting en het landschap verandert drastisch
Donderdag 8 augustus

Vanmorgen de boel weer inpakken en we vertrekken na een hartelijk afscheid van het personeel rond half negen naar Tulear. Hier halen we nog wat boodschappen voor onderweg. Uiteindelijk rijden we rond tien uur Tulear uit. We volgen nu de RN7, dit is de doorgaande weg van het zuiden naar Tana. Maar dat het een doorgaande weg is, zegt niets over de kwaliteit. De weg is de eerste honderd kilometer ronduit slecht en het schiet niet echt op. Maar dan wordt de weg plotseling een stuk beter en kunnen we doorrijden. Voor ik het weet rijd ik 130(!). Dat is nog niet zo vaak voorgekomen op Madagaskar. Het blijft wel oppassen, want plotseling zitten er toch weer grote gaten in het asfalt, die je soms nauwelijks ziet aankomen. Soms helpt de snelheid overigens ook wel, want als je 130 rijdt schiet je als het ware over de pothole heen, maar dit geldt natuurlijk niet als het gat te groot wordt. Morris dacht zelfs dat ik 150 reed op een bepaald moment, maar hier heb ik geen actieve herinneringen meer aan. We zijn overigens inmiddels een keer of zes aangehouden door de politie bij een post bij het binnenkomen van een dorp. Meestal willen ze even een praatje en andere keren moeten de autopapieren en mijn rijbewijs worden gecontroleerd. We horen wel dat de lokale bevolking hun soms geld moeten toestoppen, maar wij houden stug vol dat we geen Frans spreken en dan doen ze hun ding, lachen meestal vriendelijk en laten ons weer verder rijden. Ze maken meestal wel een opmerking dat de autopapieren zijn verlopen, maar als ik ze wijs op de vervaldatum dan zijn ze daarna snel klaar.

Het landschap verandert tijdens de rit behoorlijk. Na de zanderige strandomgeving komt er eerst meer groen om ons heen. Later verdwijnt dit weer en doemen ineens grote gele velden op, zonder bomen. Even daarna doemen er mooie rotsformaties op. De rotsen hebben wel wat weg van de Cars-rotsen (die van die film). Het landschap doet hier erg Amerikaans aan.

Dit is het Isalo National Park. We komen rond half vier aan bij ons logeeradres de Isalo Eco Lodge. De huisjes zijn erg basic. Dat wordt wennen; geen stromend water en geen stroom. Er is alleen een plafondlamp op batterijen en er is een grote emmer met water en een schepbakje. We kunnen flessen warm water uit de zonnebak halen en mengen met koud water en hiermee douchen. Onze batterijen kunnen we opladen bij het restaurant. We moeten wel even schakelen, maar prima. Marjan en ik slapen in één huisje en de kids in het andere.

Als we de koffers in het huisje hebben gebracht dan gaan we eerst naar het park office. Hier regelen we een gids en toegangskaarten en een mannetje speciaal voor de lunch onderweg. Dit is toch wel weer prijzig allemaal, maar we willen het ook allemaal meemaken. Het wordt een dagvullend programma waar bij we rotsen en dieren gaan zien en we ook nog zelf mogen gaan zwemmen. Nadat we het allemaal geboekt en betaald hebben lopen we nog even het straatje door het dorp en gaan we bij een lokaal tentje zitten en kopen daar een grote fles cola die we delen. We zijn weer behoorlijk een bezienswaardigheid, zeker Mayra, want die was niet echt voorbereid op ons uitje. Ze heeft blote benen en schouders. Ze wordt vaak nagekeken. Als we terug bij het huisje zijn wijst onze gastheer ons twee kameleons aan die in de bomen rond de huisjes zitten. Prachtige beesten en ze zitten hier gewoon naast ons huisje in de boom!

Later gaan we eten in het centrale gebouw. We zijn vandaag de enige gasten en krijgen een groot bord spaghetti. Het gaat allemaal weer op zijn Malagassisch. Geen echte saus en veel te veel. Alleen Morris krijgt zijn bord leeg.

Prachtig wandelen in Isalo Nationaal Park
Vrijdag 9 augustus

Vandaag staan we na een snel ontbijt om halfacht bij de ticketoffice om onze gids Jose op te halen. We rijden naar een parkeerplek een paar kilometer verderop en beginnen aan de wandeling. We wandelen door mooie rotsformaties. Het lijk wel of we midden door de mini Grand Canyon wandelen. De rotsen lijken allemaal heel groot, maar uiteindelijk valt het wel mee als we er zijn. We lopen eerst door wat bosjes. Onze gids spot al snel de eerste wandelende tak. Hij geeft aan welk struikje hij zit, maar we zien hem eerst allemaal niet. Na veel zoekwerk zien we hem. Wat een vermogen heeft zo n beest om in zijn omgeving op te gaan. Later spot hij zelfs twee in één struik. Hij laat ons ook de olifantenvoet zien. Een kleine baobab achtige plant die in deze tijd mooi bloeit.

We klimmen door en uiteindelijk staan we bovenop de hoogste rotsen om ons heen te kijken. We zijn aardig onder de indruk. Later dalen we af naar de achterkant van de hoogste rotsen en zakken we af in een spleet waar water loopt. Jose legt uit dat de hoge palmbomen die je hier ziet alleen voorkomen als er veel water is. We lopen een prachtige route door de rivierbedding. Uiteindelijk komen we bij een poel met water waar we kunnen zwemmen. Doordat we vroeg zijn gestart zijn hier nog niet veel mensen. Het lijkt op een soort oase uit een film. Zand, palmbomen, helder water en een waterstroompje en watervalletje die een prachtige poel continu aanvult. Ik trek gelijk samen met de kids onze zwembroeken/badpak aan en duiken er in. Majan blijft even aan de kant. Het water is behoorlijk koud, maar het is heerlijk verfrissend. Morris en Anwar doen vele bommetjes in het water. Even later wordt het drukker en kleden we ons weer om en gaan verder.

We wandelen terug naar de auto om de tocht in een ander deel van het park voort te zetten. Hier rijden we een kleine tien kilometer voor om. Als we een chauffeur hadden gehad, dan hadden we een soort rondje kunnen lopen, maar dat gaat in ons geval niet. We parkeren de auto weer en Jose neemt ons weer mee. Na een korte wandeling ziet de gids een witte Maki in de bomen. Hij zit te rusten met een andere witte maki. Ze zijn ver weg, maar ik klauter over een boom de rivier over om dichterbij te komen. Iedereen staat klaar te filmen voor als ik er in val. Maar dat gebeurt gelukkig niet. Kort daarna komen we aan bij de lunchplek. We hebben betaald voor een picknick en gaan ervan uit dat we op een kleedje op de grond wat eten gaan nuttigen. Maar tot onze verbazing komen we bij een gebied met meer dan 10 stenen tafels die allemaal keurig gedekt zijn. Onze verbazing wordt nog groter als blijkt dat we gelijk worden vergezeld door een paar ringstaart maki’s. De maki’s lopen tussen de tafels door op zoek naar wat eetbaars. He is verboden om de beesten te voeren, maar ze pikken hier wel een graantje mee. Naast de ringstaartmaki’s zien we ook nog een bruine maki. Toch heeft het hele tafereel wat onwerkelijks midden in de bush. Daarna gaat de tocht verder door een lange rivierebedding /canyon. Het water is nu een aardige stroom, maar in de regentijd staat het water hier 3 meter hoog. Het water sijpelt overal langs de zijmuren naar beneden. De muren zijn bekleed met varens en andere planten die goed gedijen in een natte omgeving. Aan het einde van de tocht komen we bij twee poeltjes uit. De blauwe poel is klein en de black pool is groter en dieper. Deze keer gaan de kids samen met Marjan het water in. Met name de black pool is erg koud. Maar zelfs Marjan trotseert de kou. Ik blijf deze keer even op de kant. Op de terugweg krijgt de gids opeens blijkbaar haast. We hadden nog de optie om ook even bij een andere waterval te kijken, maar hij stuurt er op aan dat we zoiets net al hebben gezien. Wij vinden het ook wel welletjes en volgen hem naar de auto. De rust is wel weg, maar dat mag de pret niet drukken. Deze tocht was een geweldige ervaring.

Ik probeer ronde de zonsondergang nog een rondje met mijn drone te doen. Ons huisje en het park liggen beide hoger dan het tussenliggende dal, dus ik heb vrij zicht. Ik stuur de drone richting het gebergte en ik hou een perfecte verbinding. Het blijft bijzonder dat zo’n apparaat van nog geen 250 gram zich zo goed laat vlieten tot – in dit geval- ruim drie kilometer ver. Ik stuur hem zelfs een beetje tussen de bergen. Het duurt even voordat hij weer thuis is van zo’n afstand dus ik stuur hem weer terug. De batterij gaat plotseling wel heel hard richting 0, maar hij is gelukkig al in zicht. Dichtbij het huisje lijkt het er toch echt op dat de batterij leeg is. De drone is even onbestuurbaar en raakt een lage boom. Ik schrik en haal hem op. De drone lijkt nog heel. Ik kijk gelijk met een nieuwe batterij of er schade is. Gelukkig werkt alles nog. Pfff….

’s Avonds bij ons huisje besluiten we niet uit eten te gaan. We hebben vandaag veel discussie gehad en hebben hier even geen zin meer in. Met pubers op vakantie is leuk en bijzonder, maar soms schieten ze behoorlijk uit de bocht, waardoor het soms best even lastig is. Ik denk overigens niet dat wij het enige gezin zijn waarbij dit het geval is, maar een reis als deze, waarbij we een groot deel van de tijd op een paar vierkante meter zitten helpt niet.

We eten vanavond allemaal een gevriesdroogde maaltijd die we van huis hadden meegenomen voor noodgevallen en gaan daarna nog naar het restaurant deel om via de wifi nog wat volgende reisstappen uit te vogelen. We besluiten de stap van het Anja NP over te slaan omdat dit voor ons te weinig meer te bieden heeft tov vandaag. We passen de plannen wederom aan om die dagen te verdelen over twee andere stops. Dit betekent wel dat we morgen weer een pittige reisdag voor de boeg hebben.

Weer onderweg, maar met een bijzondere lunch
Zaterdag 10 augustus

Vandaag weer vroeg opstaan, inpakken en op pad. We hebben vandaag een afstand van ca 340 km te overbruggen. De kwaliteit van de wegen blijft lastig in te schatten en dit heeft natuurlijk veel invloed op de reistijd. Gelukkig zijn de wegen vandaag grotendeels goed. Rond lunchtijd hebben we nog minder dan 100 km af te leggen, dus we gaan ergens langs de weg lunchen. Er staat een open gebouwtje/prieeltje naast een dicht winkeltje waar we gaan zitten om meegebrachte lunch te nuttigen. Het duurt niet lang totdat een groep kinderen ons in de gaten krijgt. Gelukkig gaan ze niet volledig in de bonbon-schreeuw modus. Ze zijn best aardig en vinden het leuk om interactie met ons te hebben. Ze proberen alles wat we zeggen na te praten. Dat lukt ook nog vaak best aardig. 

Even later gaat Marjan bij ze zitten om verder contact te leggen en wat foto’s te maken. Dit vinden ze allemaal erg leuk. Even later komt het oude mevrouwtje van de winkel naast de picknickplek om haar winkeltje te openen. We kijken even bij haar binnen en kopen wat dingetjes. Als we ons opmaken om verder te rijden komt de vrouw langs met een briefje dat we moeten betalen voor haar picknickplek. Er staat nergens iets vermeld en we hebben net aardig wat geld uitgegeven in haar winkeltje, dus we negeren haar en rijden verder. Als we van de RN 7 afslaan is het nog een kleine dertig kilometer naar het Ramonafana National Park. Het wordt gelijk bochtiger, bergachtiger en bosrijker. We hebben in eerste instantie één nacht geboekt bij Foret Austral. Er zijn wat wisselende recensies. Maar dit geldt voor nagenoeg alle hotels rond het Ranomafana NP. De huisjes zien er prima uit, dus we boeken er gelijk nog twee nachten bij. Er zijn warme douches en licht. Helaas lijkt het erop dat er geen stroom uit de stopcontacten komt. Bij het huisje van de kids staat er wel spanning op de stopcontacten, maar het vermogen is te laag om een telefoon op te laden. We vragen om dit te fixen. Maar een duidelijk antwoord blijft uit.

We bestellen op hun verzoek om zes uur wat we willen eten. Helaas kunnen we pas om acht uur eten. We vragen nog twee keer of dit niet eerder kan. We zitten allemaal nog even op de wifi en gaan alvast douchen. Rond half acht komen er ineens 3 borden voor ons aan. Twee van de drie gerechten hebben we ook daadwerkelijk besteld, dus neemt ze weer een bord mee terug. Als we twee van ons beginnen te eten rond acht uur komt de gastvrouw naar ons toe dat de spaghetti die is besteld door de dames helaas niet gaat lukken omdat de saus op is. Het gaat dus nog langer duren… Uiteindelijk krijgen de dames hun eten pas rond kwart voor negen…. Pff…

Het koelt behoorlijk af. De rest van het gezin gaat ook douchen en we duiken allemaal vroeg onder de wol. Dekens zijn hier zeker nodig. Als klamboe is er een handige pop-up klamboe. Dit werkt erg goed. Voor de stroom voor het opladen van de telefoons gebruiken we powerbanks.

Gekko’s, lemuren en kameleons
Zondag 11 augustus

Vandaag weer vroeg opstaan (tja dat zijn we nu wel gewend…). Om zeven uur gaan we ontbijten. We hebben nog steeds geen duidelijk beeld hoe we een gids en toegang tot het park gaan regelen. We maken ons er ook niet erg druk om. Het is relaxt dat we hier drie nachten zijn. Dit haalt de tijdsdruk wat van de ketel. We spreken een chauffeur van andere gasten. Hij zegt dat je prima naar het park kunt rijden en daar kaarten en een gids kunt regelen. Maar hij heeft ook wel een gids waarvan hij weet dat hij goed is. De gids is alleen nog in het dorpje Ramonafana, zo’n vier kilometer verderop. We zouden hem dan kunnen ophalen. We bespreken dit even en later bellen we hem. Hij is blijkbaar al onderweg met een brousse taxi (volgepropte Mercedes-bus). Hij is er over 6 minuten zegt hij. Even later staat hij al bescheiden op afstand bij ons huisje. We maken kennis met Elise (ja, het is echt een hij) en gaan naar het park. Hier moeten nu alle formaliteiten worden gedaan. De parkmedewerker en hij willen me nog behoorlijk extra rekenen omdat we met 5 zijn i.p.v. 4 voor de gids, maar ik heb dit kunnen terugbrengen tot een redelijke meerprijs. Je moet wel altijd scherp blijven. Als je te gemakkelijk bent, word je hier zeker keer op keer een oor aangenaaid.

En dan kunnen we eindelijk op pad. We beginnen de route vanaf de park office. Al snel stuit Elise op een kleine ‘satanische bladstaartgekko’. Een prachtig beestje wat perfect gebouwd en gekleurd is om volledig in zijn/haar omgeving op te gaan, inclusief een perfect blad als staart. We bekijken het diertje van alle kanten en maken natuurlijk foto’s en gaan weer verder. Even stuiten we op de gouden bamboe lemur/ maki. Dit beestje komt alleen in dit nationale park voor. Het beestje is pas in 1987 officieel ontdekt. De diertjes zitten lekker in de boom om nieuwe bamboescheuten af te breken en op te eten. Een prachtig plaatje.

Naast Elise is er ook nog een spotter mee. Zijn naam is Haza. Hij loopt steeds vooruit en helpt onze gids om te zoeken naar nieuwe dieren. We komen in totaal 4 soorten lemuren tegen. We vinden ook nog meer bladstaartgekko’s, andere gekko’s, ringstaart mangoesten, leuke vogels en nog veel meer. Elise en Maza doen erg hun best om ons een goede ervaring mee te geven. Bovendien heeft Elise veel en leuke humor. Op een bepaald moment vraagt Marjan zich af hoe de mannen toch al die dieren vinden. Hij maakt een grapje door te zeggen dat ze eigenlijk van plastic zijn en dat ze ze eerder hebben uitgezet. Kort daarna zeg Marjan ‘deze niet, want die beweegt’. Heel adrem reageert Elise hierop door te zeggen: “We have batteries in Madagaskar”. De tocht die ruim vijf uren heeft geduurd is voorbijgevlogen. Wij genieten alle vijf met volle teugen van deze mooie ervaring in Ramonafana. Terug bij het startpunt koopt Marjan nog een waterverftekening van een lemur na wat afdingen. We geven de gidsen beide nog een mooie fooi voor de geweldige tocht. We brengen Elise nog even naar huis. Dat stelt hij erg op prijs. Wij gaan nog uit eten bij een lokale tent die goed uit de reviews komt. De voorbereidingen duren weer lang, maar het eten is prima. We bestellen hier ook nog wat sandwiches to-go voor het avondeten.

Om half zes staat Elise klaar om os mee te nemen op een nightsafari. Dit mag niet meer in het park, maar vindt plaats langs de weg. Een beetje bijzonder, maar waarom ook niet. We rijden een paar kilometer verder en parkeren de auto. Er staan nog een stuk of drie auto’s geparkeerd. Even verderop staat een groepje mensen bij een muislemur. Dit is een heel klein schattig lemuurtje die maar 45 gram licht wordt. Het is een nachtdier, dus nu wordt hij actief. Er is wat banaan op een tak gesmeerd, dus komt hij voorzichtig in beeld om wat te snoepen. We maken wat foto’s. Een leuk beestje. Ik krijg wat commentaar omdat de spiegelreflexcamera een lichtje laat schijnen om scherp te stellen. Ik schakel over naar de telefoon die goed fotografeert in donkere omstandigheden.

Daarna vervolgen we onze weg op zoek naar andere beestjes. We vinden prachtige kameleons en kikkers. Ongelofelijk hoe hij alles spot in de begroeiing. In het licht van de zaklamp veranderen de kameleons snel van kleur. Na een klein uurtje rijden we nog naar een andere plek en fotograferen nog een klein glimmend kameleonnetje. Ook Anwar en Marjan vinden kikkertjes en kameleons.

Op de terugweg roept Elise plotseling dat ik moet stoppen omdat hij een kikker in de struiken zag in het licht van de auto. En ja hoor, er zit inderdaad een klein kikkertje.  Wat een gast. We bieden Elise nog aan om hem even thuis te brengen (4km verderop). Hij zegt dat hij ook wel kan lopen en dat het niet ver is. Maar als het niet te veel moeite is hij dit wel fijn vindt. Het is een aardig en bescheiden mannetje. Terug in het hotel gaan we nog even wat drinken en eten we ons broodje op en maken we allemaal gebruik van de wifi en gaan weer vroeg slapen.

Sifiaka’s, Girafnekkevers en kikkers
Maandag 12 augustus

Om kwart over zeven schuiven we aan voor het ontbijt, maar het is allemaal te veel voor de bediening en de keuken. Het duurt bijna drie kwartier voordat we iets van ontbijt voor ons hebben. Zelfs de koffie en thee lukt niet binnen die tijd. Knoeiers. We proberen Elise te bellen dat we wat later zijn, maar krijgen iemand anders aan de lijn. We krijgen uiteindelijk wat eten, maar alles komt niet eens door. Ook andere gasten zijn er inmiddels behoorlijk klaar mee.

We melden ons uiteindelijk twintig minuten te laat, maar voor Elise is dit geen probleem. We kopen weer kaartjes voor het park en de gids. Deze keer gaat het in één keer goed. We rijden een stukje verder dan het park en duiken weer het bos in. Dit deel is geen ‘primair bos’, wat betekent dat het jonger is dan het deel wat we gisteren bezocht hebben. In eerste instantie zien we niet zo veel, maar al snel komen we de girafnekkever tegen. Dat we hem zien is niet helemaal toevallig. We betrappen Haza erop dat hij een lange tak naar beneden trekt en per ongeluk afbreekt en vervolgens de kever mooi op een blad neerzet. We lachen er allemaal hartelijk om. Helaas is dit het vrouwtje die een minder lange nek heeft. Toch ziet het er bijzonder uit. Later zien we nog wat vogels en kikkers. Later komen we nog een grote groep zwart-witte Sifaka’s tegen (soort lemur).  We krijgen uitgebreid de kans om de groep te fotograferen. Erg leuk. We zien ook nog een kleine wandelende tak. We zoeken ook nog een speciaal kikkertje, maar die zit waarschijnlijk nog in zijn winterslaap.  Als klap op de vuurpijl vinden we ook nog het mannetje van de girafnekkever. Een bijzonder dier.

Op de terugweg stoppen we nog even bij een grot waar vleermuizen leven. Al met al is de tocht van vanmorgen een stuk minder spectaculair dan gisteren. Maar nog steeds is het een mooie tocht en zien we speciale dingen. Nadat we wat zijn afgekoeld bij ons huisje gaan we weer lunchen bij ons favoriete tentje van gisteren. Het duurt echter deze keer ook hier wel erg lang voor we ons eten krijgen. Het blijft lastig om bestellingen op te nemen en te zorgen dat binnen een redelijke tijd een gerecht op tafel staat. Later rijden we nog een rondje door het dorp Ramonafana. Marjan had eigenlijk het idee om nog naar de thermische baden te gaan, maar ik heb gelezen dat dit bad één keer per week wordt verschoond met nieuw water en dat dit op dinsdag gebeurt. Dit in combinatie met de algemene hygiëne van de Malagassi, en dat het nu vakantieperiode is, dus erg druk is, doet ons ertoe besluiten om dit maar te laten zitten. Op de terugweg bespreken we wat we gaan doen met het diner. Het lange wachten overal vinden we minder fijn. We stoppen dus weer bij ons favoriete eettentje en doen onze bestelling alvast voor vanavond zeven uur. Dat zou goed moeten komen… hopen we. We chillen nog even bij ons huisje en gaan in de avond weer naar ons eettentje. We moeten alsnog een halfuur wachten, maar het eten is prima.

Terug in het huisje komen we weer de nodige kakkerlakken tegen. Het blijft raar, maar we raken hier inmiddels al aan gewend hier. Zelfs de kinderen beginnen er laconiek op te reageren. Ach het hoort bij het avontuur denken we maar.

Eten en souvenirs kopen en eindelijk een lekker hote
Dinsdag 13 augustus

Door alle gedoe bij de vorige maaltijden hebben we besloten niet te gaan ontbijten bij ons park. We staan om half zeven op en pakken alle spullen en smeren nog een paar broodjes voor onderweg. Uiteindelijk rijden we kwart voor acht weg. De weg is weer niet al te best. Overal gaten waardoor de gemiddelde snelheid niet hoog komt. Er zijn onderweg wel opvallend veel verkopers met spullen die wij ook nog willen kopen. We kopen 3 zakken vers gebrande pinda’s voor 60 cent per stuk, 2 grote trossen bananen voor 60 cent elk, twee halve liters honing voor 1,20 per stuk en nog een stuk of acht sinaasappels voor 60 cent. Heerlijk. Ik heb op een bepaald moment vijf schalen sinaasappels voor mijn neus in de auto. De sinaasappels lijken overigens later citroenen te zijn die zijn vermomd als sinaasappels, maar dat terzijde.

Rond lunchtijd komen we langs Ambositra. Een redelijk grote plaats waar we wat willen gaan lunchen. We halen wat broodjes bij een soort bakkertje en gaan op zoek naar de souvenirstalletjes. Die zouden hier moeten zijn met veel houtsnijwerk. We vinden dit snel en eten eerst de broodjes en drinken ook de net vergaarde fles World Cola. De stalletjes zijn best een leuke onderbreking van onze reisdag. We kopen wat souvenirs. Vooral de kinderen kopen wat leuke houten doosjes en baobab boompjes. Uiteindelijk is het al half drie voordat we verder reizen richting Antsirabe. Onderweg begint het brandstofniveau laag te worden. Ik gooi de 10 liter diesel die ik voor de zekerheid voor onze strandetappe had gekocht in de tank. We maken een trechter van een waterfles. Aangezien iedereen kan hier alles gebruiken laat ik de jerrycans staan in de berm. We hebben nog maar net alle vier wielen weer op de weg als een voorbijkomende fietser de jerrycans meeneemt. Ik zwaai nog even en hij zwaait dankbaar terug als hij met de jerrycans weer op zijn fiets stapt.

Rond half vijf komen we aan bij het hotel. Het hotel zit aan een relatief drukke straat. We kunnen gelukkig de auto op het terrein parkeren. De gastvrouw spreekt goed Engels en onze kamers zien er heerlijk ruim en schoon uit. Ik ga gelijk even douchen en wat is dat heerlijk! Warm, een goede straal en ik kan ook nog eens onder de douchekop staan! Heerlijk! Om zeven uur gaan we eten. En ja hoor; warm, snel en lekker. Het hotel is ook nog eens relatief goedkoop. Het lijkt een goede plek de laatste paar dagen van onze vakantie af te sluiten.

Ziek op bed en souvenirs scoren
Woensdag 14 augustus

De dag begint vandaag niet erg goed. Sterker nog, de nacht begint niet goed. Marjan krijgt halverwege de nacht buikpijn en later komt het er via alle kanten uit. Het lijkt sterk op een voedselvergiftiging. Niet fijn. Ook in de ochtend gaat het aan de lopende band door. Ze houdt niets binnen. Ik doe het rustig aan met de kinderen en we doen wat spelletjes op de hotelkamer. Het gaat echt even niet goed met Marjan en we willen voorlopig in de buurt blijven. Gelukkig is dit hotel goed en we hebben stroom en (meestal tenminste) wifi, ruime kamers en prima eten. Tegen lunchtijd gaat het even redelijk met Marjan en ga ik met de kids de deur uit om wat lunch te scoren. Het is wel even een aardig eind lopen, maar dat is juiste wel lekker omdat we vandaag nog niet in beweging zijn geweest. We gaan daar de ‘Score’ en scoren (weer die woordspeling) hier een paar lekkere broodjes bij de bakker met kleine flesjes yoghurtdrank uit de supermarkt. Heerlijk. Als we het afval weggooien zijn er weer gelijk kindjes die de lege flesjes uit de vuilnis halen en de laatste druppels er uit drinken en de flesjes meenemen. Het blijft wat dit soort dingen betreft wel een lastig land…. Even later komen twee jongens voorbij waarvan de jongste geen ogen heeft. Het zijn geen lege kassen, maar een volledig strak vel van zijn voorhoofd over zijn wang. Ze komen niet bij ons bedelen. We willen ze eigenlijk wel wat geven, maar later zijn ze niet meer te vinden. Later zien we ook nog een oude man zonder handen bedelen. We geven hem wel wat geld. Het blijft lastig om hiermee om te gaan.

We gaan weer eens op zoek naar een bank om weer wat contant geld te pinnen. Bj de eerste bank werkt het weer niet. Maar bij de tweede lukt het. Check. Nu lopen we verder om zo mogelijk nog wat souvenirs te kopen. Als we interesse laten blijken in T-shirts staan er in no-time een paar verkopers en bedelaars om ons heen. Anwar koopt twee stroken stenen met wel 20 soorten stenen voor 1,50 per strook. Ik koop nog twee T-shirts van Madagaskar voor nog geen 7 euro per stuk. Leuk shoppen zo. Ik heb wat ruzie met Google maps, dus lopen we een tijdje de verkeerde kant op (sorry…). Maar nadat we de route weer hebben opgepikt wandelen we weer richting het hotel. Onderweg komen we nog een leuk winkeltje tegen waar we nog twee paar oorbellen kopen voor Marjan en Mayra. Uiteindelijk zijn we zo’n halfuur onderweg om weer terug naar het hotel te lopen. Onderweg wil iedereen ons wel brengen met hun pouspousse, maar we lopen liever. Het voelt toch raar in zo’n karretje te gaan zitten. De meeste pouspousses zijn overigens met een fiets ervoor, maar regelmatig zien we ze ook met een hardlopend mannetje ervoor, meestal op blote voeten. Dit is toch niet voor te stellen in Nederland?

Terug in het hotel is Marjan nog steeds niet ok. Ze blijft de hele dag op bed liggen en wil nu het liefst thuis op zijn eigen bed liggen. Gelukkig is ons hotel comfortabel en hebben we deze dagen niet erg vol gepland. Het heeft even tijd nodig. Het is niet anders. We eten ons diner vandaag in het hotel zonder Marjan.

Een rondje rond het Tritriva meer
Donderdag 15 augustus

Marjan voelt zich weer wat beter, is gedoucht en gaat mee naar het ontbijt. Maar als ze aan tafel zit valt het toch behoorlijk tegen. Even later gaat ze weer terug naar de kamer om even te liggen. Ik breng haar later de pot thee en een stokbrood. Niet helemaal het ontbijt op bed waarop ze had gehoopt… Ze eet en drinkt het toch wel langzaam op, maar de energie is nog heel ver te zoeken. In de loop van de ochtend willen we er toch even op uit. We willen naar het Tritriva meer, wat in de buurt van Antsirabe ligt. Marjan is nog zo slap als een vaatdoek, maar de hele dag in het hotel zitten is ook geen aanlokkelijk plan. Ze raapt alle energie bij elkaar en wij de spulletjes voor onderweg en we gaan op pad. We halen eerst nog wat lunch bij de bakker van de inmiddels bekende ‘Score’ en we rijden richting het Tritriva meer. Het eerste stuk weg is goed, maar de tweede helft is weer als vanouds vol met veel hobbels en gaten. Bij het meer moeten we weer dokken. We hebben nog een levendige discussie met de medewerkers, want we willen geen gids. Dat blijkt te kunnen, maar we moeten er wel voor betalen. We winnen deze discussie niet, dus we betalen gewoon… Ze zagen Anwar niet op het klapstoeltje zitten achter de achterbank, dus ze hebben een persoon te weinig gerekend in de toegangsprijs. Ik heb dus uiteindelijk toch nog een beetje korting gekregen :). Zodra het pad begint zoekt Marjan een plekje in de zon. Ze heeft geen energie en wil hier wachten totdat wij het rondje om het meer hebben gemaakt. Het Tritriva meer is een vulkanisch meer. Het meer is niet groot; Het meer is maar zo’n 300 meter lang en 100 meter breed en heeft hoge, deels recht uit het water verrijzende hellingen. Het water is groen-blauwig en het geheel ziet er indrukwekkend uit en schreeuwt om gefotografeerd te worden. Ik begin met de kids aan het rondje meer. De route gaat van hoog op de bergrand naar het waterniveau. Hier is ook een punt waar je kunt zwemmen. Het is er best druk, dus we hebben niet heel veel zin om te zwemmen. Van dichtbij is het water wel mooi helder. Ik laat hier wel weer mijn drone een rondje vliegen om nog mooiere shots te maken. Tegenover het startpunt spotten we Marjan die al driftig aan het zwaaien is naar ons. We klappen in onze handen en krijgen van meerdere kanten een vertraagde echo terug van de steile wanden.

Als we het rondje compleet gemaakt hebben pikken we Marjan weer op. Het kleine stukje naar boven lopen kost haar al te veel energie en we rusten onderweg even. Er zijn allemaal verkopers die ons stenen en andere dingetjes willen verkopen en overal geld voor vragen, maar we zijn wel een beetje klaar met de verkopers en de bedelaars. Zeker nu Marjan zich niet lekker voelt hebben we hier even weinig aandacht voor. Onderweg naar het hotel stoppen we nog even voor een paar boodschapjes en gaan weer richting hotel. Het is mooi geweest. Marjan heeft nog steeds geen trek, alhoewel ze wel wat patatjes meesnoept. Het gaat de goede kant uit, maar de energie moet nog komen.

’s Avonds pakken we onze tassen en koffers in en check ik ons online in voor de vlucht van morgennacht. Morgen nog een laatste reisdag voor de boeg, waarbij we weer door/rond Tana moeten, wat veel tijd kost. Onze autopapieren/kentekenbewijs zijn ook vandaag verlopen, maar we hebben een foto toegestuurd gekregen van het nieuwe kentekenbewijs. We hopen dat ons dit morgen geen gedoe oplevert bij de vele politiecontroles. Het zal wel loslopen.

Onze laatste dag in Madagaskar
Vrijdag 16 augustus

We nemen rustig de tijd om op te starten. We moeten vandaag nog zo’n 6-7 uur rijden en we vliegen pas diep in de nacht. Rond half tien hebben we alle tassen gepakt en doe ik weer mijn tetris-rondje om alles netjes achter in de auto te stapelen. Het begin van de weg naar Tana is slecht, maar later stabiliseert dit. Halverwege gaan we ons broodje opeten op een open plek naast de weg. We zien even verderop een boer zitten die zijn kuddes Zebu’s in de gaten houdt. We hebben nog een aangebroken fles met (niet al te beste) rum die we niet mee willen nemen naar huis. Marjan loopt naar de boer en vraagt of hij dit wil hebben. Hij pakt gelijk zijn metalen beker om hem te laten vullen. Marjan geeft hem lachend de hele fles. De boer is hier erg blij mee. We hopen dat hij vanavond nog enigszins nuchter thuiskomt….

Hoe verder we in de richting van Tana komen hoe drukker het wordt met verkeer. Inhalen blijft een uitdaging, maar ik raak na een kleine vier weken al aardig bekend met de gewoontes en kan over het algemeen een goede inschatting maken wanneer ik veilig kan inhalen en wanneer niet. Toch gaat het bij een inhaalactie van een vrachtwagen waarbij ook een vrachtwagen uit de tegenovergestelde richting komt maar net goed. Verkeer in Madagaskar blijft een uitdaging waarbij het recht van de sterkste wel heel erg de overhand heeft.

We komen richting Tana weer de verkoopstalletjes tegen die we de heenweg ook al hebben gezien. We stoppen weer bij de stalletjes waar raffia souvenirs te koop aan bieden. We kopen nog wat mooie souvenirs en gaan door richting Tana. De route leidt ons echter door de binnenstad van Tana en even later zitten we met de auto midden op een gigantische markt. Wel gezellig op zich, maar we komen langzamer dan stapvoets vooruit. Het is wel weer oppassen dat ik geen mensen aanrij. Op een bepaald moment horen we zelfs dat een verkoper per ongeluk botweg zijn hoofd stoot doordat hij achter tegen onze auto aanloopt. Kluns. Uiteindelijk komen we na een halfuurtje weer los uit de markt en tanken we de Pajero voor de laatste keer af. We komen toevallig langs hetzelfde winkelcentrum waar we de eerste dag onze pizza hebben gegeten en gaan hier nu weer naar binnen om onze laatste tijd en geld te besteden. Voordat we naar binnen gaan geven we eerst nog onze koelbox en wat andere spullen aan mensen die duidelijk wat hulp kunnen gebruiken. Marjan spreekt een kindje aan, maar al snel is er een (groot)ouder die de boel mee neemt in hun huis. We menen nog een gejuich te horen, maar weten dat niet zeker.

Bij de foodcourt nemen deze keer een Indische maaltijd en geven ons laatste geld uit in een supermarkt in het centrum. Als we ons realiseren dat de winkel dichtgaat nemen we nog 8 kilo rijst en wat zeepjes mee om weg te geven. We hebben nu niet meer dan een tientje over. Onderweg willen we de rijst en zeep nog weggeven, maar dat valt niet mee. Het is inmiddels half negen en donker. De meeste kinderen zien we niet meer. Toch geven we het meeste van wat we gekocht hebben weg. Prima.

Rond negen uur zijn we bij Ramatours, de reisorganisatie waar we de auto van gehuurd hebben. We leveren de auto in en die wordt door 3 man met een zaklamp op hun mobiel minutieus gecontroleerd op krassen en deuken. We hebben best wel wat gaten en heuvels en stenen geraakt, dus helemaal ongeschonden is de auto niet uit de strijd gekomen. Maar het zijn allemaal maar kleine puntjes waar niet moeilijk over wordt gedaan. Uiteindelijk wordt afgetekend dat alles in orde is en dat de reservering op de creditcard wordt ingetrokken. Onze bagage wordt in een minivan geladen en we worden naar het vliegveld gebracht. Tegen tien uur komen we aan op het vliegveld. Er staan gelijk weer allemaal mannetjes klaar om onze koffers te sjouwen. We hebben even geen zin in dit gedoe, dus regelen zelf twee bagagekarren en stapelen de koffers op. Tegelijk komen een paar mannen naar ons toe of we wat euro’s willen wisselen. Ze hebben euro muntgeld en willen dit graag omruilen voor papiergeld, zodat ze dit kunnen omwisselen. Dit muntgeld hebben ze naar eigen zeggen gekregen van Europese toeristen voor bijvoorbeeld bagage dragen. Op zich een logisch verhaal. Morris ziet dit wel zitten en wil hier een slaatje uit slaan. Hij zegt dat hij wel 20 euro wil omwisselen, maar dat hij er 21 euro voor wil hebben. De mannen gaan akkoord. De losse euro’s, beginnend met 2 euro munten en later met kleinere munten worden op de hand van een van de mannen uitgeteld. Iedereen kijkt mee of het wel eerlijk gaat. Nadat het geld er ligt wordt de hand met geld omgekeerd boven de hand van Morris geleegd. Tja, het ziet er goed uit, maar het voelt voor mij niet goed. Morris heeft nog wel wat euro papiergeld en wil op verzoek nog wel meer geld omwisselen. We kijken allemaal mee, maar niemand ziet iets verdachts, totdat mij de vierde keer wel iets opvalt. Het geld wordt heel duidelijk in de handpalm gelegd, beginnend met de 2 euro munten en daarna de kleinere muntjes. Als hij zijn hand omdraait en zijn hand leegt in de hand van Morris valt me iets op. Hij houdt zijn duim naar binnen. Dus wat ik zie is dat hij een deel van de euro’s in zijn hand geklemd houdt als hij zijn hand leegt boven Morris zijn hand. Het zijn door de kleine muntjes dan best groot aantal munten, maar per keer houdt hij bijna de helft aan het bedrag in zijn hand geklemd. Ik grijp in en leg uit aan Morris wat ik heb gezien. Morris haalt gelijk het geld uit zijn zak om het te gaan natellen. De mannen doen van alles om hier meer verwarring te zaaien, maar we houden voet bij stuk. Een van de mannen houdt zelfs alvast een stapel 2 euro munten voor onze neus. Ik twijfel niet en pak dit gelijk aan en we gaan tellen wat Morris in zijn zak heeft. Grofweg komen we niet verder dan de helft van de 75 euro die er zou moeten zijn. We staan er gelijk op dat we het papiergeld terug willen. De mannen hebben door dat hun truc is doorzien en gelukkig krijgt Morris zijn geld terug. Ik geef ook het stapeltje 2 euro munten terug (waarvan ik later spijt had dat ik niet zelf een paar achterover heb gedrukt). De mannen taaien snel af. We laten het hierbij. De politie bellen zal ons ook meer gedoe geven dat we nu aankunnen. Maar laat het een les zijn voor iedereen die dit leest. We waren allemaal naderhand nog best onder de indruk over hoe dit liep en wat ons (Morris) dit had kunnen kosten. Maar we zijn tegelijk ook wel trots dat we ze toch te slim af waren.

We zijn veel te vroeg op het vliegveld. We vliegen pas om half drie. We hebben nog een paar euro over waar we nog wat koffie, thee en chocolademelk voor kopen. We kunnen daardoor ook even lekker in het restaurant in de vertrekhal zitten. Marjan stort even later behoorlijk in. Ze is nog herstellende van de voedselvergiftiging. Later gaan we door de douane en de security check. Anwar zijn poortje piept en hij wordt prompt gefouilleerd en er wordt ook met een strookje over zijn handen en zijn tas geveegd voor een drugstest. Gelukkig was Marjan in de buurt om hem bij te staan. Niks aan de hand natuurlijk, maar wel best vreemd om een drugs-swipe te doen bij een 11-jarige jongen. Maar waarschijnlijk draagt het weer bij aan hun doelstellingen voor de dag.

De eerste vlucht naar Kenia is maar 3 uurtjes. De vlucht is niet vol. Morris en ik regelen ander stoelen en zo kunnen wat allemaal wat uitgebreider rust vinden. Ik slaap uiteindelijk een uurtje, maar voel me weer helemaal fit. In Kenia moeten we nog een kleine drie uurtjes wachten voordat we verder kunnen vliegen naar Amsterdam. Anwar valt bij het opstijgen al in slaap en slaapt zes van de negen uren. Heerlijk voor hem. De rest doet alleen hazenslaapjes. Ik heb wat series en een film gekeken.

Op Schiphol verloopt het vlot. We staan al snel bij de bagageband waar de eerste koffers van onze vlucht al op de band verschijnen. Jeroen heeft aangeboden om ons op te halen. Heerlijk. Ik bel Jeroen dat we waarschijnlijk snel klaar zijn. Helaas…. Er blijkt een probleem te zijn met de bagageluiken van het vliegtuig. Uiteindelijk wachten we anderhalf uur op onze koffers. Maar dan komen ze er toch echt aan. Ook in Nederland hebben we onze uitdagingen….

Onderweg verbazen we over de vlakke weg en de frisheid van Nederland. Het is heerlijk om op vakantie te gaan, maar het is ook altijd heerlijk om weer terug te komen in je eigen land, in je eigen huis, op je eigen bed.

We kijken terug op een mooie reis wat voor ons een groot avontuur was. Madagaskar is een rauw land met scherpe randen. Bijna niets is echt gemakkelijk. Maar hoe meer je je hieraan over geeft hoe gemakkelijker je het voor jezelf maakt. Mayra zei ergens onderweg al dat het thema ‘we hebben geen keus’ vaak centraal stond. Maar hoe drukker je je hierover maakt, hoe lastiger het voor jezelf is. Verder hebben we voor een mooie, maar ook moeilijke route gekozen. Ondanks dat we veel tijd hadden (4 weken) hebben we wel het gevoel dat we weinig rust hebben gevonden in de vakantie en heel veel tijd in een sterk hobbelende auto hebben gezeten. En ja, in dit geval is de reis het doel en we hebben juist onderweg prachtige dingen meegemaakt en gezien die we niet hadden gezien als we alleen maar op de hoofdweg waren gebleven. Een extra dimensie was ook wel dat we zelf hebben gereden. Hierdoor waren we onafhankelijk van een reisorganisatie of chauffeur. Maar ook dit gaf soms een extra uitdaging omdat we dan zelf de route, brandstof, pont onderhandelingen, parkeren en nog veel meer zaken zelf moesten regelen. Maar de voldoening die we tijdens en na de reis voelden doordat we het samen met het gezin gefixt hebben is enorm groot. Dit was voor ons in elk geval de meest avontuurlijke reis die we ooit gemaakt hebben. We waren vier weken als gezin echte avonturiers die in hun ontdekkingstocht door een prachtig Afrikaans land geweldige dingen hebben gezien en hebben meegemaakt en onze eigen avonturen hebben beleefd. Deze reis was voor ons in elk geval een onvergetelijke ervaring!